Loud - Juridisch Advies & Mediation
05-02-2020 | default
Lees meer
In december 2019 heeft het Hof Den Haag een uitspraak gedaan over het wel of niet uitbetalen van vakantiedagen bij een zieke medewerkster. Hoe zat het ook alweer met vakantiedagen en ziekte en welke verplichtingen heb je als werkgever?
Een zieke werknemer bouwt net als een niet-zieke werknemer vakantiedagen op. Het minimumaantal vakantiedagen is wettelijk vastgesteld en deze vervallen zes maanden na afloop van het jaar waarin ze zijn opgebouwd. Daarnaast zijn er de bovenwettelijke vakantiedagen die bovenop het wettelijk minimum komen. Het aantal dagen of uren kan bij cao zijn geregeld, maar een werkgever mag ook meer vakantiedagen geven dan bij wet of cao is geregeld. De bovenwettelijke vakantiedagen zijn tot vijf jaar na opbouwen geldig.
Het uitbetalen van wettelijke vakantiedagen die niet zijn opgemaakt vindt alleen plaats bij het einde van de arbeidsovereenkomst. De bovenwettelijke vakantiedagen kunnen bij cao worden geregeld of je als werkgever deze tijdens het dienstverband moet uitbetalen of niet. Bij ontslag of vertrek van de werknemer kunnen de resterende bovenwettelijke vakantiedagen uitbetaald worden.
Tijdens ziekte kan een werknemer nog steeds vakantie opnemen, want ook een zieke werknemer heeft recht op vakantie. Maakt de zieke werknemer zijn vakantiedagen niet op terwijl hij hiervoor wel de mogelijkheid had, dan hoef je deze als werkgever niet uit te betalen.
Maar wat nu als de zieke werknemer geen vakantie heeft kunnen opnemen omdat hij daartoe niet in staat was? Het Hof Den haag heeft recent geoordeeld dat de wettelijke vakantiedagen die tijdens ziekte worden opgebouwd aan de werknemer moeten worden uitbetaald als aan de werknemer geen re-integratieverplichtingen zijn opgelegd. De medewerkster in kwestie kon haar eigen werkzaamheden niet meer uitvoeren en kon ook geen passend ander werk doen bij werkgever door haar ziekte. Werkgever en werkneemster zijn overeengekomen dat haar dienstverband tot een einde zou komen door middel van een vaststellingsovereenkomst, waardoor de werkneemster het recht op uitbetaling van de nog resterende vakantiedagen heeft. De werkgever was van mening dat hij de wettelijke vakantiedagen die feitelijk vervallen waren niet hoefde uit te betalen. Werkneemster heeft echter aangevoerd dat zij wegens haar ziekte geen vakantie heeft kunnen opnemen. De rechter heeft bepaald dat de werkneemster inderdaad geen mogelijkheid heeft gehad om vakantie op te nemen en dat de werkgever deze uren daarom alsnog moet uitbetalen. Dit was anders geweest als de werkneemster wel re-integratieverplichtingen had, omdat zij dan verlof kon aanvragen.
Een zieke werknemer die geen re-integratieverplichtingen heeft, heeft redelijkerwijs geen vakantie kunnen opnemen. De werkgever is in dat geval bij einde dienstverband verplicht tot uitbetaling van de nog resterende wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Voor een werkgever is het dus van belang om een zieke werknemer zo snel mogelijk te re-integreren en in de gelegenheid te stellen om vakantie op te nemen, anders kan de rekening bij einde dienstverband aardig oplopen.
Overeenkomstenrecht
Arbeidsrecht en sociale zekerheid