Loud - Juridisch Advies & Mediation
08-02-2018 | Sociale verzekeringen
Lees meer
Uitgangspunt van de EU-regelgeving op het gebied van de sociale verzekeringen is dat de wetgeving van één lidstaat van toepassing is. Op dit uitgangspunt zijn enkele uitzonderingen geformuleerd in rechtspraak van het Hof van Justitie EU. Verzekerd voor de AOW is iedere ingezetene van Nederland die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. Niet verzekerd is de persoon op wie, op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, de wetgeving van een andere mogendheid van toepassing is. Voor jaren waarin iemand niet verzekerd is geweest wordt op de AOW-uitkering een korting toegepast. Iemand is niet verzekerd in Nederland voor de AOW wanneer hij in het buitenland woont of werkt en daar is verzekerd. In Duitsland is iemand, die werkzaam is als “geringfügig Beschäftigte”, niet verzekerd voor de sociale verzekeringen, met uitzondering van een verzekering tegen arbeidsongevallen. Het gaat om dienstverbanden van een beperkt aantal dagen per tijdvak of waarmee een relatief laag bedrag per maand wordt verdiend.
De vraag is of iemand in Nederland niet verzekerd is voor de AOW gedurende de periode waarin hij in Duitsland werkzaam is als “geringfügig Beschäftigte”. De Centrale Raad van Beroep heeft aan het Hof van Justitie EU gevraagd of uitsluiting van de AOW-verzekering gedurende die periode in strijd is met het recht van de EU. Het Hof van Justitie EU heeft geoordeeld dat de ingezetene van een lidstaat die enkele dagen per maand op het grondgebied van een andere lidstaat werkt op basis van een oproepcontract, zowel gedurende de dagen waarop hij werkzaamheden in loondienst verricht als gedurende de dagen waarop hij dat niet doet, is onderworpen aan de wetgeving van de werkstaat. Het Hof van Justitie EU heeft daarbij opgemerkt dat het in dergelijke omstandigheden niet in strijd is met het EU-recht als de werknemer op grond van een regeling van de woonstaat uitkeringen van het ouderdomspensioenstelsel en kinderbijslag ontvangt.
In het vervolg van de procedure heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat de Sociale Verzekeringsbank ten onrechte een korting op de AOW-uitkering heeft toegepast voor de periode waarin de werknemer in Duitsland heeft gewerkt. Op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is aangevoerd dat de wetgever uitdrukkelijk heeft beoogd om een persoon uit te sluiten van de volksverzekeringen als hij op grond van internationaal recht onder de socialezekerheidswetgeving van een ander land valt. De Hoge Raad deelt deze opvatting.
Vervolgens vraagt de Hoge Raad zich af of er aanleiding bestaat om, in afwijking van het nationale recht, op grond van het EU-recht toch een AOW-uitkering toe te kennen. Het Hof van Justitie EU heeft eerder beslist dat het EU-recht zich daar niet tegen verzet, maar de Hoge Raad wil nu weten of het EU-recht wellicht daartoe verplicht. Deze vraag heeft de Hoge Raad aan het Hof van Justitie EU voorgelegd.
Arbeidsrecht en sociale zekerheid