Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Door een computerstoring is een vlucht vertraagd, maar de luchtvaartmaatschappij weigert een financiële compensatie toe te kennen aan de gedupeerde passagiers. De kantonrechter doet dat wel.

Vijf passagiers nemen een vlucht van Schiphol naar Madrid. Die vlucht loopt meer dan drie uur vertraging op. De passagiers denken dat ze recht hebben op financiële compensatie en schakelen een speciaal bedrijf in dat dit geld moet gaan innen. Dit bedrijf eist 1.250 euro, de luchtvaartmaatschappij betaalt echter niet. De grondslag van de vordering is een Europese verordening, waarin staat dat passagiers van een vlucht die meer dan drie uur is vertraagd geld kunnen terugkrijgen.

Buitengewone omstandigheden

De luchtvaartmaatschappij stelt dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet konden worden voorkomen. De voorafgaande vlucht (Madrid-Amsterdam) was door problemen in de computers en communicatiesystemen van de Franse luchtverkeersleiding met vertraging uitgevoerd. Hierdoor kon de terugvlucht vanaf Schiphol niet op het geplande tijdstip vertrekken.

Redelijke maatregelen

Maar zijn die computerproblemen wel buitengewone omstandigheden waardoor de luchtvaartmaatschappij niet hoeft te betalen? Volgens de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland kan een computerstoring van de Franse luchtverkeersleiding een buitengewone omstandigheid zijn. Echter, de luchtvaartmaatschappij heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de vertraging (volledig) het gevolg was van de computerstoring. Immers, veel andere vluchten zijn niet door die storing gehinderd. In het bericht van Eurocontrol staat zelfs dat sprake was van een capaciteitsrestrictie. Omdat de luchtvaartmaatschappij onvoldoende heeft aangetoond dat zij gelijk heeft, kan de kantonrechter niet beoordelen of de vertraging (volledig) het gevolg is geweest van de computerstoring. En dan komt de kantonrechter ook niet toe aan de beoordeling van de vraag of de vliegmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. Dan kan de kantonrechter maar één beslissing nemen: de vordering van de passagiers toewijzen. De vliegmaatschappij moet de geëiste 1.250 euro betalen.

ECLI:NL:RBNHO:2022:5946

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2022:5946 9436499 \ CV EXPL 21-6207 | 05-07-2022

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?