Loud - Juridisch Advies & Mediation
12-03-2024 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Een werknemer liegt en bedriegt. De werkgever wil van hem af. Maar omdat dit gedrag is vertoond tijdens zijn arbeidsongeschiktheid (depressie), geldt een opzegverbod. De man kan dan niet worden ontslagen.
Een werkgever vraagt de kantonrechter (rechtbank Rotterdam) de arbeidsovereenkomst van een medewerker te ontbinden. Hij had zijn werkgever voorgelogen over zijn arbeidsongeschiktheid. Hij zou zich hersteld hebben gemeld terwijl hij dat niet was en stelde daarmee zichzelf en anderen bloot aan ernstig gevaar. Ook heeft hij collega’s ernstig beledigd en bedreigd. Verder zou hij niet bekwaam zijn het werk te verrichten.
De kantonrechter kan een arbeidsovereenkomst ontbinden als daar een redelijke grond voor is. In dit geval geldt echter een opzegverbod: de werknemer is arbeidsongeschikt en was dat ook toen zijn werkgever om de ontbinding vroeg. De kantonrechter kan een ontbindingsverzoek alleen toewijzen als er geen verband is met het opzegverbod. Het is de werkgever die moet bewijzen dat dit verband ontbreekt. De kantonrechter moet vervolgens beoordelen of, als de ziekte wordt ‘weggedacht’, er omstandigheden zijn dat sprake is van een ontslaggrond.
Het staat vast dat deze werknemer een aantal forse bedreigingen en beledigingen heeft geuit via WhatsApp, e-mails en telefoon. Daarmee is hij volgens de kantonrechter over de schreef gegaan. Maar zijn uitspraken houden wel rechtstreeks verband met zijn depressie (na een poging tot zelfdoding) op dat moment. Die problematiek blijkt uit de verklaring van een deskundige. Dezelfde klachten hebben ook geleid tot zijn arbeidsongeschiktheid. Vóór zijn ziekmelding gedroeg de man zich niet zo. Er is dus sprake van een verband tussen deze gedragingen en zijn arbeidsongeschiktheid, aldus de kantonrechter, zodat een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op deze grond niet mogelijk is.
Dat de man zich hersteld had gemeld terwijl hij dat nog niet was – en waardoor anderen gevaar liepen – heeft de werkgever volgens de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. De bedrijfsarts had dit geadviseerd en een collega die de werknemer ondersteunde vond ook dat hij weer aan de slag kon. Maar zelfs als de man zich hersteld heeft gemeld om te voorkomen dat hij langer dan twee jaar ziek zou zijn, moet ook dit worden gerelateerd aan zijn gemoedstoestand.
Kortom: de verwijten houden verband met de psychische toestand van de medewerker. Omdat hij arbeidsongeschikt was, geldt een opzegverbod. Dat de man aan al zijn collega’s de brief van zijn baas aan de bedrijfsarts heeft gemaild, betekent ook niet dat de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding kan worden ontbonden. Ook dit is gebeurd in de periode dat hij ernstige psychische klachten had en houdt dus verband met het opzegverbod. Ook de onbekwaamheid tot het uitvoeren van zijn werk heeft te maken met zijn medische situatie. Nu het opzegverbod geldt, kan de arbeidsovereenkomst niet worden ontbonden.
ECLI:NL:RBROT:2024:745
Arbeidsrecht en sociale zekerheid