Loud - Juridisch Advies & Mediation
18-10-2022 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Een gemeente verlaagt de bijstandsuitkering van een inwoner enkele maanden, nadat een mail van haar niet is aangekomen. Hier is geen sprake van ‘ongekend onrecht’ zoals beschreven in het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, zo oordeelt de rechtbank Noord-Holland.
Een gemeente verlaagt de bijstand van een inwoner per 1 februari 2021, als bekend wordt dat met instemming van de vrouw een man is ingeschreven op haar uitkeringsadres. Volgens de vrouw gaat dit echter alleen om een postadres. Op 26 april wil zij daarom aan de afdeling Burgerzaken doorgeven dat de man uitgeschreven moet worden, maar dat bericht komt niet aan. De vrouw blijkt een verkeerd mailadres te hebben gebruikt. Pas op 13 augustus, wanneer haar verzoek tot uitschrijving doorkomt, verhoogt de gemeente haar bijstandsuitkering weer.
De vrouw loopt hierdoor zo’n 1.000 euro aan bijstand mis. Dit is voor haar een enorm bedrag, stelt zij. Het misgelopen bedrag is volgens haar het gevolg van een kleine administratieve vergissing zonder kwade opzet. Dat zijn precies de woorden die de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft gebruikt in haar verslag 'Ongekend onrecht' (december 2020). De genomen beslissing is een duidelijk voorbeeld van zo’n besluit waarvan de commissie heeft gezegd dat er veel te veel nadruk is gelegd op het voorkomen van fraude en waarbij nauwelijks is gekeken naar individuele situaties, aldus de vrouw. Zij vraagt de rechtbank Noord-Nederland daarom de gemeente te veroordelen de bijstand toe te kennen vanaf 26 april 2021 of, beter nog, vanaf 1 februari 2021.
De vrouw heeft geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 februari 2021 waarbij de bijstand is verlaagd naar de kostendelersnorm per 1 februari. Dit besluit is daarmee onherroepelijk, zo oordeelt de rechtbank. De periode waarover de rechtbank moet oordelen loopt dus van 26 april 2021 tot 13 augustus 2021.
De gemeente wijst er volgens de rechtbank terecht op dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het verzenden en aankomen van post. De vrouw had moeten merken dat zij een verkeerd e-mailadres gebruikte, nu zij geen ontvangstbevestiging of andere reactie ontving. Daarnaast was hier volgens de rechtbank niet alleen sprake van een kleine administratieve vergissing zonder kwade opzet, namelijk het gebruiken van een verkeerd e-mailadres. De vergissing moet namelijk in context worden gezien. Niet alleen heeft de vrouw niet gereageerd op pogingen van de gemeente om met haar in contact te komen, zij heeft ook geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 12 februari 2021. Een goede verklaring voor het niet reageren op de gemeente geeft ze evenmin. Daarnaast staat het niet vast dat de man niet bij haar heeft gewoond. Dat het alleen een postadres betrof, heeft de vrouw niet aannemelijk gemaakt. Het gebruik van een onjuist mailadres, zonder erop te letten of het mailbericht was aangekomen, komt hierbij voor haar risico, zo oordeelt de rechtbank.
Als dit alles bij elkaar wordt opgeteld, is de gemeente coulant geweest door de bijstand niet volledig te beëindigen maar te berekenen naar de kostendelersnorm, aldus de rechtbank. Van 'ongekend onrecht' kan dan ook niet gesproken worden. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
ECLI:NL:RBNNE:2022:3445
Arbeidsrecht en sociale zekerheid