Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

De gewijzigde vierde Europese anti-witwasrichtlijn verplicht de lidstaten tot het bijhouden en centraal registreren van informatie over de uiteindelijk belanghebbenden (ubo’s) van trusts en soortgelijke constructies. Een besluit met regels met betrekking tot de registratie van ubo’s is nu ter consultatie gepubliceerd. Met dat besluit en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies wordt aan de implementatieverplichting voldaan. In het besluit worden zaken, die in de implementatiewet zijn geregeld, nader uitgewerkt. Het gaat onder meer om:

  • het begrip “uiteindelijk belanghebbende”;
  • de klassen waarin de omvang van het economische belang kan worden uitgedrukt;
  • de bewaartermijnen;
  • de afschermingsgronden; en
  • de bevoegde autoriteiten.

De implementatiewet verwijst voor een definitie van het begrip “uiteindelijk belanghebbende” naar de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Wie de uiteindelijk belanghebbenden zijn van een trust is nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018. Uiteindelijk belanghebbenden zijn natuurlijke personen die in een bepaalde hoedanigheid optreden binnen een trust, bijvoorbeeld als oprichter, trustee of protector. Ook begunstigden van een trust moeten worden geregistreerd.

Met het oog op de uitvoerbaarheid van de registratieplicht wordt het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 zodanig gewijzigd dat enkel begunstigen met een belang van ten minste 3% worden aangemerkt als ubo’s.

De omvang van het economisch belang bij een trust is onderverdeeld in vier klassen:

  • klasse a: ten minste 3 tot en met 25%;
  • klasse b: ten minste 26 tot en met 50%;
  • klasse c: ten minste 51 tot en met 75%; en
  • klasse d: ten minste 76 tot en met 100%.

De implementatiewet biedt uiteindelijk belanghebbenden van trusts de mogelijkheid om (een deel van) de informatie over hen die voor eenieder toegankelijk is, af te schermen. De aard en omvang van het door een uiteindelijk belanghebbende gehouden belang kan niet worden afgeschermd.

In het besluit worden de volgende autoriteiten aangemerkt als bevoegde autoriteiten, die toegang hebben tot de gegevens van het register:

  1. Wwft-toezichthouders, zoals De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten, het Bureau Toezicht Wwft van het ministerie van Financiën, de Kansspelautoriteit en het Bureau Financieel Toezicht;
  2. het Bureau Economische Handhaving;
  3. opsporingsinstanties, zoals de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Belastingdienst, de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de Politie en het OM;
  4. bijzondere opsporingsautoriteiten zoals de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT/IOD); en
  5. overige instanties die het witwassen van geld en terrorismefinanciering onderzoeken of vervolgen, zoals de Dienst Justis, het Bureau Bibob, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Koninklijke Marechaussee en de Rijksrecherche.

De in het register opgenomen informatie dient toegankelijk te blijven gedurende tien jaar nadat de grond voor registratie is vervallen. De beheerder van het register mag de persoonsgegevens van raadplegers van het register niet langer dan vijf jaar bewaren.

Bron: Overig Mon, 05 Jul 2021 00:00:00 +0100

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?