Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting ging over de vraag of de parkeercontroleur terecht heeft geconcludeerd dat de parkeerbelasting niet was betaald. Volgens de plaatselijke heffingsverordening moet bij het betalen van de parkeerbelasting het kenteken van de auto worden ingevoerd. De belanghebbende in de procedure had bij het intoetsen van zijn kenteken een fout gemaakt. Het betaalbewijs van de parkeerbelasting had hij in zijn auto gelegd. Als kenteken was ingevoerd de combinatie [aab-XXX-bb], terwijl het kenteken van de auto [aa-XXX-b] is.


Hof Amsterdam is van oordeel dat de overeenkomst tussen het kenteken en de op het parkeerkaartje vermelde cijfer/lettercombinatie zo groot is dat de parkeercontroleur had moeten concluderen dat het parkeerkaartje betrekking had op de auto waarin het kaartje lag. Ondanks de gemaakte fout had het parkeerkaartje als geldig moeten worden aangemerkt. Het hof heeft de naheffingsaanslag vernietigd en de gemeentelijke heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase, de beroepsfase en de hogerberoepsfase tot een totaalbedrag van € 864,75.

Bron: Hof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20174006, 16/00535 | 05-09-2017

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?