Loud - Juridisch Advies & Mediation
11-01-2023 | Overeenkomstenrecht
Lees meer
Wie niet tevreden is over het werk van een ingehuurd persoon, moet daarover tijdig klagen. Pas klagen als er na een maand een herinneringsfactuur op de mat valt, is te laat.
Een bedrijf huurt een monteur in en beide partijen sluiten daarover een overeenkomst van opdracht. De factuur wordt echter niet betaald, ook niet na een sommatie. Dan geeft de monteur de vordering ter incasso uit handen en maakt hij daardoor buitengerechtelijke incassokosten. Die kosten komen op grond van enkele bepalingen in het Burgerlijk Wetboek voor rekening van het bedrijf, evenals de wettelijke rente over de hoofdsom, te berekenen tot de dag van dagvaarding. Want de monteur stapt naar de rechtbank Rotterdam om zo betaling af te dwingen.
Daar ontstaat discussie over de werkbon van de monteur. Het bedrijf heeft deze wel ondertekend, maar daarmee werd bedoeld dat de monteur inderdaad aanwezig was. Met de handtekening wilde het bedrijf niet zeggen dat akkoord is gegaan met het aantal uren dat de monteur heeft gewerkt en ook niet met de kwaliteit van het uitgevoerde werk.
Dat gelooft de kantonrechter niet. Als het bedrijf klachten had over de gewerkte uren of de productiviteit van de monteur, dan had het de werkbon juist niet moeten tekenen of de klachten op de werkbon moeten schrijven. Nu klaagt het bedrijf pas ruim een maand nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, en ook nog eens nadat de onderneming een herinneringsfactuur heeft ontvangen. Daarmee heeft het bedrijf de wettelijke klachtplicht geschonden. De factuur moet dan ook gewoon betaald worden.
Dat geldt ook voor de buitengerechtelijke incassokosten. Het bedrijf heeft niet geprotesteerd dat deze moeten worden betaald, en daarmee wordt ook deze vordering van de monteur toegewezen. Ook de vordering over de rente heeft het bedrijf niet betwist, dus deze moet ook worden voldaan. En omdat het bedrijf deze procedure heeft verloren, moet het eveneens de proceskosten betalen: dagvaardingskosten, griffierecht en de kosten van de advocaat van de monteur: samen € 1.088. Dat is veel geld, vergeleken met de opgelopen factuur van de monteur: € 3.709 aan hoofdsom, € 556 aan incassokosten en € 95 aan handelsrente.
ECLI:NL:RBROT:2022:11435
Arbeidsrecht en sociale zekerheid