Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een werknemer die na ziekte moet re-integreren krijgt ‘passend werk’ aangeboden. Daarvoor moet zij dagelijks wel 3,5 uur reizen. Dat weigert zij. Mag de werkgever dan de loonbetaling stopzetten?

Een vrouw werkt sinds 1 september 2023 als administratief medewerker voor 24 uur per week. Ze heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (een jaar). In januari meldt zij zich ziek. Enkele maanden voor het verstrijken van haar arbeidscontract meldt haar werkgever dat dit niet wordt verlengd. In dezelfde maand adviseert de bedrijfsarts dat de vrouw voor vier uur per dag kan starten met passende werkzaamheden. Dat moet wel gebeuren op een andere locatie, omdat de bedrijfsarts de vaste locatie niet passend vindt. Maar daar heeft de vrouw geen oren naar: zij vindt de reistijd van 3,5 uur met het openbaar vervoer niet redelijk. Ze verschijnt dan ook niet daar op het werk – ze heeft zich weer ziekgemeld. Vervolgens dreigt haar leidinggevende haar loon stop te zetten. Als de werkneemster dan nog steeds niet komt opdagen, maakt hij dat dreigement waar. De vrouw eist bij de rechtbank Midden-Nederland betaling van achterstallig salaris.

Passende werkzaamheden

De vraag die de kantonrechter (voorzieningenrechter) moet beoordelen luidt: wat is precies ‘passende arbeid’, en valt de reistijd daaronder? De bedrijfsarts had wel doorgegeven dat er op de nieuwe locatie ‘passende werkzaamheden’ waren voor de vrouw (wat nodig was voor haar re-integratie), maar hij had niet gezegd dat een reistijd van 3,5 uur per dag passend is. Hij had de reistijd niet betrokken bij de vraag of re-integratie op die locatie passend wordt geacht. Een ingeschakelde arbeidskundige van het UWV vindt dat de reistijd maximaal 1,5 uur enkele reis mag zijn, en dat de vrouw de reistijd van 3,5 uur dus had mogen weigeren.

Achterstallig loon betalen

Omdat nergens uit blijkt dat de bedrijfsarts het door de werkgever aangeboden werk voor de vrouw qua reistijd passend acht en uit het deskundigenoordeel juist volgt dat dit mogelijk niet passend is, concludeert de kantonrechter dat het niet aannemelijk is dat de vrouw passende arbeid heeft geweigerd. Dit betekent dat de werkgever de loonbetaling ten onrechte om die reden heeft stopgezet. De werkgever moet alsnog achterstallig loon betalen, vermeerderd met de vakantietoeslag en overige emolumenten. Ook moet de werkgever de kosten van het deskundigenoordeel vergoeden.

ECLI:NL:RBMNE:2024:6465

Bron: Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:6465 | 27-11-2024

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?