Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Werkgevers zijn verplicht om arbeidsongeschikte werknemers in passend werk te laten re-integreren. Kan de werkgever geen passend werk aanbieden aan een arbeidsongeschikte werknemer, dan moet gezocht worden naar mogelijkheden buiten de eigen onderneming. De re-integratie vindt dan plaats in het tweede spoor.


In het kader van re-integratie in het tweede spoor sloot de werkgever van een arbeidsongeschikte werknemer een overeenkomst met een andere werkgever. De werknemer trad in dienst bij de andere werkgever op basis van een overeenkomst voor de duur van 12 maanden. De oude werkgever betaalde aan de nieuwe werkgever een bedrag dat overeen kwam met een jaarsalaris. Na afloop van deze periode vroeg de werknemer een WW-uitkering aan. Die werd door het UWV geweigerd omdat de werknemer niet in dienstbetrekking werkzaam was. Het doel van de overeenkomst was niet het verrichten van arbeid voor de nieuwe werkgever, maar het deelnemen aan een traject gericht op uitstroom naar ander betaald werk.


De Centrale Raad van Beroep deelt de opvatting van het UWV dat van een privaatrechtelijke dienstbetrekking geen sprake was. Gedurende de looptijd van de overeenkomst met de nieuwe werkgever was de betrokkene geen werknemer in de zin van de WW en dus niet voor de WW verzekerd.

Bron: Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | ECLINLCRVB20162047, 14/3623 WW | 22-06-2016

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?