Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Tijdens de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid van een werknemer is de werkgever verplicht om het loon in ieder geval gedeeltelijk door te betalen. Is de werknemer na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt, dan komt hij in aanmerking voor een WIA-uitkering. De werknemer moet deze uitkering zelf aanvragen. Wanneer het UWV van mening is dat de werkgever niet alle verplichtingen is nagekomen voor re-integratie van de werknemer, kan de periode van loondoorbetaling worden verlengd.


Het UWV wees het verzoek van een werknemer om een WIA-uitkering af omdat de werknemer kort voor het verstrijken van de tweejaarsperiode weer volledig hersteld was en het werk had hervat. Ruim twee maanden later was de werknemer weer volledig uitgevallen. De werkgever vroeg het UWV om toestemming om de arbeidsovereenkomst te mogen beëindigen. Nadat het UWV de toestemming had verleend, heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 september 2015.
De werkgever stopte in april 2015 met het betalen van loon. Volgens de werkgever was geen sprake van een nieuw geval van arbeidsongeschiktheid en had de arbeidsongeschiktheid van de werknemer meer dan twee jaar geduurd. Daarmee was een einde gekomen aan de wettelijke loondoorbetalingsverplichting.


De werknemer vorderde in kort geding betaling van loon. Volgens de kantonrechter had de werknemer na de hersteldmelding gedurende zeven weken feitelijk de bedongen arbeid verricht. De oude en de nieuwe ziekteperiode mochten niet bij elkaar worden opgeteld omdat er meer dan vier weken tussen zat. Bij de tweede ziekmelding was een nieuwe periode van loondoorbetalingsverplichting begonnen. Het beroep van de werkgever op het verstrijken van de opgelegde verlengde loondoorbetalingsverplichting wees de kantonrechter af. Deze sanctie was opgelegd in het kader van de eerdere en inmiddels beëindigde ziekteperiode. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van loon toe voor zover het loon opeisbaar was. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van toekomstig loon eveneens toe tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd. Of de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2015 is beëindigd door gebruikmaking van de verleende ontslagvergunning is een vraag die niet in kort geding kan worden beantwoord. Wel gaf de kantonrechter als zijn voorlopig oordeel dat de opzegging nietig is vanwege het opzegverbod tijdens ziekte.

Bron: Overig | jurisprudentie | ECLINLRBMNE20155703, 4262093 LV EXPL 15-42 | 12-08-2015

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?