Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een installatiebedrijf krijgt de opdracht een badkamer te verbouwen. Volgens de opdrachtgevers heeft hij daarbij een lekkage veroorzaakt, de douchevloer niet goed aangelegd en de tegels niet goed gevoegd. Als de installateur daarna langskomt en intimiderende uitlatingen doet, laten ze hem niet meer toe op het werk. Voor de schade stellen ze de man aansprakelijk. Onterecht, oordeelt het gerechtshof.

Een stel en een installatiebedrijf sluiten een overeenkomst voor het verbouwen van het douchedeel in de badkamer. Voorafgaand aan deze verbouwing heeft het stel de badkamer zelf gestript, de douchekraan verwijderd en de waterleidingen afgedopt. Op die leidingen waren verlengbussen gemonteerd. Daarop heeft de installateur een nieuwe douchekraan gemonteerd, waarna een lekkage ontstaat doordat de verlengbussen inscheuren. Het stel heeft daarna twee gipsplaten van het plafond van de benedenverdieping moeten vervangen. Het verwijt de installateur de lekkage te hebben veroorzaakt en dat hij de douchevloer niet goed heeft aangelegd en de vloer- en muurtegels niet goed heeft gevoegd.

Klantonvriendelijk

Volgens de installateur hebben de opdrachtgevers de lekkage door onjuiste montage van de kraan aan zichzelf te wijten. Als hij daarna langskomt om over een mogelijke oplossing te praten, blijft hij er volgens hen bij dat hij niet verantwoordelijk is voor de schade en dat hij die ook niet wil verhelpen. Volgens het stel slingert hij dan in het bijzijn van de kinderen nogal ‘klantonvriendelijke’ opmerkingen naar het hoofd. De man zou hard hebben geroepen dat hij hoopte dat ze goed verzekerd waren (‘Want ik pak jullie financieel aan’, ‘Je komt nog wel te weten met wie je te maken hebt en je houdt geen cent over’ en ‘Het is gewoon een centenkwestie. Jullie hebben financiële problemen’.) Het stel laat hem daarop weten de reparatie door een ander bedrijf te laten uitvoeren en de kosten ervan op de factuur in te houden. Nu de situatie volgens hen door hem is geëscaleerd, willen ze niet meer met hem samenwerken en hij wordt dan ook niet meer toegelaten tot het werk.

Schadevergoeding

Als ze er verder niet uitkomen, komt het tot een procedure. Het stel wordt op vordering van het installatiebedrijf veroordeeld tot betaling van het offertebedrag met rente. Zij stappen vervolgens zelf naar de kantonrechter (rechtbank Noord-Nederland), omdat ze willen dat de installateur wordt veroordeeld tot het betalen van € 3.554 aan schadevergoeding. Maar ze delven het onderspit; de kantonrechter wijst de vordering af.  

De kantonrechter oordeelt dat de installateur zich bereid heeft verklaard de gebreken aan de doucheruimte die niet zien op de lekkage binnen een redelijke termijn te herstellen, en dat de opdrachtgevers hem in strijd met hun wettelijke plicht die kans niet hebben gegeven. Daarbij hebben ze niet aannemelijk gemaakt dat dit niet van hen kon worden verlangd vanwege de verstoorde verhouding tussen partijen of vanwege gebleken onbekwaamheid van de installateur. De uitlatingen die de installateur zou hebben gedaan, acht de kantonrechter niet zo schofferend, intimiderend of dreigend dat van de opdrachtgevers niet meer kon worden verlangd dat zij de man niet meer in de gelegenheid stelden om de boel te herstellen. Volgens de kantonrechter kan daarom in het midden blijven of de douchevloer en tegelwand aan de overeenkomst beantwoordden.

Geen structureel ontoelaatbaar gedrag 

De opdrachtgevers gaan in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daar houden ze vol dat de installateur in het bijzijn van hun kinderen heeft gedreigd en geschreeuwd, en dat zij zich daardoor zo geïntimideerd voelden dat zij hun kinderen naar school hebben begeleid en de deuren uit angst op slot hebben gehouden. Volgens het hof stellen ze echter niet meer dan al eerder in de procedure is aangevoerd. Ook het hof oordeelt dat alleen deze uitlatingen – hoewel onvriendelijk – niet het standpunt rechtvaardigen dat van het stel in redelijkheid niet meer kon worden verlangd dat zij de installateur nog een kans gaven. Dat zou anders zijn als sprake was geweest van structureel ontoelaatbaar gedrag of als de opmerkingen van de man gepaard gingen met fysieke dreiging, maar dat is niet gebleken. Dat er klachten waren over het voegwerk en de douchevloer betekent volgens het hof ook niet dat sprake is van zo’n onbekwaamheid van de installateur dat dit een reden zou zijn hem niet meer op het werk toe te laten.

Niet aansprakelijk

Wat de lekkage betreft: vast staat dat die is ontstaan doordat de verlengbussen zijn ingescheurd en dat deze niet lekten voordat de installateur met zijn werkzaamheden startte. Maar dit betekent niet zonder meer dat de lekkage door zijn werk kwam of, als dat wel zo is, dat dit hem kan worden verweten. Hij is namelijk niet aansprakelijk als de verlengbussen al waren ingescheurd voordat hij met het klussen begon en hij zich daarvan niet bewust was of hoefde te zijn. Zoals de kantonrechter ook oordeelde, hebben de opdrachtgevers niet bewezen dat de installateur de verlengbussen heeft stukgedraaid. Het hoger beroep van de opdrachtgevers slaagt dan ook niet. Het installatiebedrijf is niet aansprakelijk voor de schade. Het stel zal de factuur gewoon netjes moeten betalen.

ECLI:NL:GHARL:2023:9191

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLI:NL:GHARL:2023:9191 200.327.866/01 | 30-10-2023

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?