Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

De Ondernemingskamer heeft bevoegdheden om een onmiddellijke voorziening te treffen in het ondernemingsrecht. Daarbij heeft de rechter een grote mate van vrijheid. Er mag met de gekozen onmiddellijke voorziening zelfs inbreuk worden gemaakt op de rechtsverhoudingen binnen de onderneming.

De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam is bevoegd om onmiddellijke voorzieningen te treffen als er naar haar voorlopig oordeel gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken binnen de vennootschap. Daarnaast moeten er zwaarwegende redenen zijn die maken dat de toestand van de vennootschap het treffen van die onmiddellijke voorzieningen vereist. De rechter heeft een grote vrijheid bij het treffen van zo'n voorziening: hij mag bepalen welke onmiddellijke voorziening noodzakelijk is en hij kan voorzieningen opleggen waar niet om is gevraagd door partijen. Wanneer de rechter een voorziening treft geldt deze ten hoogste voor de duur van het geding.

Dringend tekort aan liquiditeit

De aandeelhouders van een besloten vennootschap zijn het niet eens met de manier waarop de vennootschap op korte termijn kan worden voorzien van noodzakelijke extra liquiditeit. Een van de aandeelhouders verzoekt de Ondernemingskamer om als onmiddellijke voorziening een derde persoon te benoemen tot bestuurder met doorslaggevende stem. Deze aandeelhouder is bereid het bedrijf van de benodigde liquiditeit te voorzien als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

De andere aandeelhouder heeft een positie als meerderheidsaandeelhouder. De Ondernemingskamer oordeelt dat hij het liquiditeitstekort en zijn positie als meerderheidsaandeelhouder op oneigenlijke wijze gebruikt. De man probeert de wederpartij hiermee te dwingen tot heronderhandeling. Door de verstoorde verhoudingen blijft het liquiditeitstekort bestaan. Volgens de Ondernemingskamer vergt dit dringende tekort het treffen van een onmiddellijke voorziening. Daarom besluit de Ondernemingskamer om een nader te noemen persoon te benoemen tot bestuurder van de vennootschap, met beslissende stem. Een van zijn taken is om te bezien of er een minnelijke regeling tussen de aandeelhouders kan worden bereikt.

https://linkeddata.overheid.nl/document/ECLI:NL:GHAMS:2021:3232

Bron:Gerechtshof Amsterdam| jurisprudentie| ECLI:NL:GHAMS:2021:3232 200.300.839/01 OK| 20-10-2021

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?