Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Als een onderneming niet goed loopt en er intern ruzie ontstaat over de financiële gang van zaken, kan de Ondernemingskamer een ‘voorziening’ treffen, bijvoorbeeld door iemand te benoemen als bestuurder.

Een Zuid-Koreaans echtpaar werkte samen in een Nederlands bedrijf, dat online kleding verkoopt in Zuid-Korea. De vrouw is bestuurder en de man is werknemer. Als het stel gaat scheiden, beginnen de verwijten. Ze beschuldigen elkaar van financiële malversaties en concurrerende activiteiten. Uiteindelijk stapt de man naar de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Tussen hem en zijn vrouw is een patstelling ontstaan, omdat de vrouw de vennootschap als haar privéonderneming runt, zo beweert de man, en zijn belangen (hij heeft de helft van de aandelen) volledig negeert.

Financiële administratie

De Ondernemingskamer gaat daar in mee. De persoonlijke verhoudingen tussen de vrouw en de man zijn ernstig verstoord en dat werkt door in de vennootschap. Aandeelhoudersvergaderingen hebben al enkele jaren niet meer plaatsgevonden. De gedeponeerde jaarcijfers over 2020 zijn niet door de algemene vergadering vastgesteld. De man krijgt onvoldoende inzicht in de financiën en er zijn twijfels over de juistheid van de financiële administratie. De boekhouding is grotendeels handgeschreven en daaruit blijkt niet dat betalingen op de bedrijfsrekening of privérekening van de vrouw zijn beland. Dat alles is voldoende om een ‘onmiddellijke voorziening’ te treffen.

Op non-actiefstelling

De Ondernemingskamer acht echter niet alles even ernstig. Dat de man en vrouw een eenmanszaak hebben opgericht, speelt geen rol. Onduidelijk is of deze zaken concurrentie opleveren voor de vennootschap of het bedrijf financieel uithollen. Het feit dat de vrouw de man heeft ontslagen, neemt de Ondernemingskamer ook niet mee, nu de man, in strijd met zijn arbeidsovereenkomst, ruim 5 maanden naar Zuid-Korea ging en na zijn terugkomst in het gehuurde bedrijfspand verbleef. Hij weigerde als werknemer opdrachten van de vrouw op te volgen. Dan is de op non-actiefstelling door de vrouw goed te begrijpen. En dat de vrouw, als bestuurder, de huur van het bedrijfspand heeft opgezegd, is ook geen reden voor een voorziening: de man is daar tijdelijk gaan wonen, in strijd met de huurovereenkomst.

Beslissende stem

De Ondernemingskamer treft als onmiddellijke voorziening dat een derde wordt benoemd als bestuurder. Aan hem komt een beslissende stem toe. Die derde is ook zelfstandig bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen. Als dit niet leidt tot een oplossing, zal de Ondernemingskamer een onderzoek naar de gang van zaken gelasten. De kosten daarvan, en die van de tijdelijke bestuurder, bedragen zo’n 30.000 euro, die het bedrijf moet betalen.

ECLI:NL:GHAMS:2021:3582

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:GHAMS:2021:3582 | 31-01-2022

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?