Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een bezwaar of beroep is niet ontvankelijk als de indiener er geen belang bij heeft. Dat is het geval als het bezwaar of beroep hem niet in een betere positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit. De vraag is of een niet-ontvankelijkverklaring wegens gebrek aan belang ook moet volgen als de mogelijkheid ontbreekt om het twistpunt in bezwaar of beroep over een ander jaar aan de orde te stellen. Aan die vraag heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad (A-G) een conclusie gewijd.


De conclusie van de A-G betreft de procedure van een woningcorporatie. Deze instelling vermeldde in haar aangifte vennootschapsbelasting over 2010 een verlies van bijna € 8 miljoen. Dat verlies werd veroorzaakt door afwaardering van het bestand aan huurwoningen met € 13 miljoen. De inspecteur regelde de aanslag conform de aangifte en stelde bij beschikking een verlies van bijna € 8 miljoen vast. Bij nader inzien wilde de woningcorporatie niet afwaarderen, maar in plaats daarvan de zonder afwaardering behaalde winst van € 5 miljoen in een zogenaamde herbestedingsreserve opnemen. Dat zou leiden tot een belastbaar bedrag van nihil en dus tot een aanslag vennootschapsbelasting van nihil. De inspecteur verklaarde het door de woningcorporatie ingestelde bezwaar niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang. Volgens de inspecteur zou de woningcorporatie door toewijzen van het bezwaar niet in een betere positie komen omdat de nihilaanslag zou blijven bestaan. De rechtbank wees het tegen de uitspraak op bezwaar ingestelde beroep af. De woningcorporatie heeft sprongcassatie ingesteld bij de Hoge Raad.


Volgens de A-G mocht de woningcorporatie terugkomen op het eerder in de aangifte ingenomen standpunt. De niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren is gebaseerd op een arrest van de Hoge Raad uit 2014. Volgens dat arrest is een rechtsmiddel niet-ontvankelijk als het de indiener niet in een betere positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit en eventuele bijkomende beslissingen, zoals die over proceskosten en griffierecht. De A-G leidt uit het arrest af dat niet-ontvankelijkverklaring wegens gebrek aan belang achterwege blijft als de mogelijkheid ontbreekt om het onderwerp in bezwaar of beroep over een ander jaar aan de orde te stellen. De mogelijkheid voor woningcorporaties om een herbestedingsreserve te vormen is per 1 januari 2012 vervallen. Dat betekent dat de woningcorporatie alleen in 2010 en 2011 de mogelijkheid had om de reserve te vormen. Er lijkt geen belemmering te zijn voor de woningcorporatie om in 2011 het standpunt in te nemen dat de woningen in 2010 niet zijn afgewaardeerd en in dat jaar dus winst is gemaakt die aan een herbestedingsreserve is toegevoegd. In dat geval zou de verliesvaststellingsbeschikking 2010 blijven bestaan omdat deze inmiddels onherroepelijk is geworden.


De A-G vraagt zich af wat er op tegen is om de rechtszekerheid en de eenvoud te dienen door bij de beoordeling van het jaar 2010 over de mogelijkheid van reservevorming te beslissen. De conclusie is dat het cassatieberoep gegrond zou moeten zijn, waarna de inspecteur de zaak inhoudelijk moet beoordelen.

Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2016855, 15/05579 | 08-09-2016

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?