Loud - Juridisch Advies & Mediation
16-04-2024 | Overeenkomstenrecht
Lees meer
Als hun vlucht naar Liverpool plotseling wordt geannuleerd, eisen twee passagiers compensatie. Volgens de vervoerder was sprake van ‘buitengewone omstandigheden’.
Twee passagiers boeken een vlucht van Schiphol naar Liverpool. Op het laatste moment wordt de vliegreis geannuleerd. De passagiers denken dat ze een vergoeding (‘compensatie’) kunnen krijgen en dragen hun vermeende vorderingsrecht over aan een bureau dat hierin is gespecialiseerd. Maar de vervoerder keert niets uit. Vervolgens stapt het bureau naar de rechtbank Noord-Holland en eist dat de luchtvaartmaatschappij € 500 voor zijn twee cliënten vergoedt.
Het bureau wijst op een Europese verordening die gaat over vergoedingen bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. Daarin wordt gesproken van een compensatie tot een bedrag van € 250 per passagier. Een vervoerder hoeft dat niet te betalen als de annulering het gevolg was van ‘buitengewone omstandigheden’. Dat was hier aan de orde, zegt de vervoerder: de vlucht is geannuleerd vanwege capaciteitsproblemen op Schiphol. Er was te weinig luchthavenpersoneel om de passagiers in de vertrekterminal te laten doorstromen, waardoor de luchthaven luchtvaartmaatschappijen ‘verplichtte’ om vluchten te annuleren. Volgens het bureau is dit geen buitengewone omstandigheid en is de vervoerder ook niet ‘gedwongen’ deze vlucht te annuleren. Er was wel een verzoek van Schiphol om in die week vluchten te annuleren, maar de vervoerder liet weten daaraan niet mee te werken.
De kantonrechter stelt dat de vervoerder moet aantonen dat sprake was van een buitengewone omstandigheid. Schiphol verzocht om de stoelcapaciteit te verminderen, maar dat is nog geen capaciteitsreductie ten tijde van de vlucht. Een capaciteitsreductie kan een buitengewone omstandigheid zijn als de luchtvaartmaatschappij aantoont dat zij geen andere keuze had dan annulering. Dit heeft de vervoerder niet aangetoond. Het klopt wel dat de capaciteit door Schiphol naar beneden was bijgesteld, maar de vervoerder heeft onvoldoende onderbouwd waarom juist de vlucht naar Liverpool moest worden geannuleerd en waarom deze vlucht – desnoods met vertraging – niet alsnog kon worden uitgevoerd.
Nu er geen sprake is van buitengewone omstandigheden, zal de vervoerder de twee passagiers moeten compenseren (samen € 500). Ook moet de vervoerder de rente over dat bedrag betalen, en € 421 aan proceskosten die het bureau heeft gemaakt.
ECLI:NL:RBNHO:2024:1795
Arbeidsrecht en sociale zekerheid