Loud - Juridisch Advies & Mediation
23-05-2023 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
De bedrijfsarts adviseert dat een zieke werknemer regelmatig koffie moet drinken met haar baas. Zo houdt ze aansluiting. Het tijdstip dat de werkgever voorstelt, komt haar niet goed uit. Als ze niet naar het koffiemoment gaat, zet de werkgever haar salaris stop. Onterecht, oordeelt de kantonrechter.
Een vrouw werkt als schoonmaakmedewerkster. Op een gegeven moment meldt zij zich ziek. De bedrijfsarts oordeelt dat de vrouw niet kan werken, maar adviseert de werkgever haar wekelijks uit te nodigen voor een ‘koffiedrinkmoment’. Dit geeft de vrouw afleiding en een positief gevoel, en zo houdt ze aansluiting.
Na enkele koffie-afspraken komt er een kink in de kabel. De directeur kan alleen om 18.30 uur afspreken. De vrouw vindt dat te laat. Omdat de kantoortijden tot 17.30 uur zijn, is zij tot dat tijdstip beschikbaar voor het koffiemoment. De directeur houdt vast aan 18.30 uur. Als de vrouw niet verschijnt, zet hij haar salaris stop. Hij zal het activeren zodra de vrouw zich houdt aan de re-integratieverplichting. De vrouw vecht dit besluit aan bij de rechtbank Rotterdam.
In de wet staat (limitatief) in welke gevallen een werkgever een loonstop mag toepassen als een werknemer arbeidsongeschikt is. Uitgangspunt is dat een werknemer recht heeft op doorbetaling van het loon tijdens ziekte. Dat geldt niet als hij in die periode zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan door de bedrijfsarts gegeven redelijke voorschriften die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten.
De schoonmaakster heeft niet geweigerd om naar koffiemomenten te komen. Wel heeft zij geweigerd om (pas) om 18:30 uur af te spreken. Volgens de kantonrechter moet het inplannen van dergelijke koffiemomenten in onderling overleg plaatsvinden. Beiden moeten dan rekening houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Het is redelijk dat koffiemomenten worden gehouden tijdens de gewone werktijden van de schoonmaakster. Zij werkte steeds overdag. Door haar ziekte is een reis in de vroege avond naar het kantoor van de werkgever ook te belastend voor haar. Daarom is 18.30 uur te laat, oordeelt de kantonrechter.
Eerder is praktisch onhaalbaar, vindt de directeur. Hij neemt zelf de schoonmaakdiensten van de vrouw over en kan dan niet eerder dan 18.30 uur afspreken. Maar de werkgever had kunnen onderzoeken of een vervanger dat werk kon doen of eventueel een digitaal koffiemoment kunnen inplannen. De werkgever heeft zich niet bepaald constructief opgesteld, omdat hij niet naar (creatieve) oplossingen heeft gezocht. Omdat de schoonmaakster in redelijkheid mocht weigeren om ’s avonds met haar baas af te spreken, is de loonstop onterecht toegepast. Hij moet het salaris alsnog betalen. Omdat het feitelijk te laat wordt betaald, komt daar een wettelijke verhoging van 15 procent bovenop.
ECLI:NL:RBROT:2023:3454
Arbeidsrecht en sociale zekerheid