Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Als zijn nieuw aangelegde vloerverwarming niet blijkt te werken, wil de koper dat dit wordt hersteld. Maar degene met wie hij meent een overeenkomst te hebben gesloten zegt dat hij niet bij hem maar bij een ander moet zijn. Zelf zou hij alleen als handelsagent hebben opgetreden. Hoe ziet de kantonrechter dit?

Een man vraagt via een vergelijkingswebsite een offerte op voor het gasloos maken van zijn huis. Er komt iemand bij hem thuis om de mogelijkheden te bespreken en daarna krijgt hij een definitieve offerte voor een infrarood vloerverwarming en zes infrarood panelen. De totaalprijs: € 8.569. De man zet zijn krabbel eronder en stuurt de offerte terug. Daarop krijgt hij eerst een factuur voor een aanbetaling, en daarna de eindfactuur. 

Gebreken herstellen 

Als de vloerverwarming niet goed blijkt te werken, trekt de man aan de bel. Hij wil dat de aannemer alsnog een goedwerkende vloerverwarming oplevert. Hij stelt hem in gebreke, met het verzoek de gebreken binnen twee weken te herstellen. Intussen vraagt hij offertes op. Eén ervan begroot de kosten voor het demonteren en herplaatsen van de bestaande vloer op € 1.948. Een andere begroot de herstelkosten voor de vloerverwarming op € 3.542. Volgens de aannemer moet de man echter niet bij hém zijn, maar bij een ander. Zelf zou hij alleen als handelsagent hebben opgetreden. 

Tekortgeschoten

De koper stapt daarop naar de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Volgens hem is de aannemer tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de tussen hen gesloten overeenkomst en aansprakelijk voor de gevolgschade.

Verklaringen en gedragingen

Het is aan de kantonrechter om te beoordelen of er tussen deze twee partijen een overeenkomst is gesloten. Het antwoord op de vraag wie partij is bij een overeenkomst is afhankelijk van wat partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Tot de omstandigheden die daarbij in aanmerking moeten worden genomen, behoort ook de voor de ander kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden. Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden na het sluiten van de overeenkomst, kunnen van belang zijn. Dat volgt uit jurisprudentie van de Hoge Raad. 

Overeenkomst is gesloten

Heeft de koper in deze zaak gelijk als hij zegt dat er met degene die hem thuis bezocht een overeenkomst is gesloten? Ja, oordeelt de kantonrechter. Toen de man om een offerte vroeg, is die aanvraag door de vergelijkingssite doorgezet naar een mailadres. Daarna kreeg hij een offerte toegestuurd. Hierop staat weliswaar het logo van een andere partij, maar de offerte is verstuurd van en ondertekend teruggestuurd naar het zakelijke e-mailadres van de man die hem thuis bezocht. Ook diens naam staat eronder en er moest op een rekeningnummer ten name van hem worden betaald. Hieruit mocht de koper afleiden dat hij met deze man zakendeed. 

Onderaannemer

Dat deze man alleen als handelsagent zou hebben opgetreden, wordt door de koper betwist. De door de aannemer overgelegde ‘aansprakelijkheidsovereenkomst’ dateert van na het bezoek, terwijl niet is gesteld of gebleken dat de koper door hem over het bestaan daarvan is geïnformeerd. Bovendien staat daarin juist dat de andere partij als handelsagent namens hem zou optreden. Op de factuur staat ook dat die andere partij de uitvoerder van het werk is. Ook daaruit mocht de koper afleiden dat dit de onderaannemer betrof. Verder acht de kantonrechter van belang dat uit Whatsapp-berichten blijkt dat deze andere partij aan de aannemer refereert als zijn opdrachtgever.

Kosten verhalen

Gelet op dit alles mocht de koper ervan uitgaan dat hij een overeenkomst had gesloten met de aannemer die thuis de mogelijkheden besprak en hem de offerte toestuurde. Ondanks de ingebrekestelling is die niet tot herstel overgegaan. Hij verkeert daarom in verzuim. Nu de aannemer de verplichtingen uit de overeenkomst niet nakomt, mag de koper de gebreken door een ander laten uitvoeren en de kosten op de aannemer verhalen. 

Vervangende schadevergoeding

De koper heeft verklaard dat het herstel op korte termijn mogelijk is volgens de door hem overgelegde offertes. Daarom wijst de kantonrechter zijn vordering af en moet de aannemer in plaats daarvan de vervangende schadevergoeding van € 5.490.40 betalen. 

ECLI:NL:RBZWB:2023:3374

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2023:3374 9867993 CV EXPL 22-1412 (E) | 09-05-2023

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?