Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Volgens vaste jurisprudentie kan opzet of grove schuld van een ander niet aan de belastingplichtige worden toegerekend. Opzet of grove schuld van de door de belastingplichtige ingeschakelde adviseur kan samengaan met de opzet of grove schuld van de belastingplichtige zelf, als hij onvoldoende zorg heeft besteed aan de keuze van zijn adviseur of aan de samenwerking met die adviseur. Wat in dit opzicht van de belastingplichtige kan worden verlangd, kan van geval tot geval sterk verschillen en is onder meer afhankelijk van de kennis en ervaring bij de belastingplichtige van relevante fiscale aspecten. De inspecteur moet opzet of grove schuld van de belastingplichtige stellen en zo nodig bewijzen.


Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de inspecteur niet had bewezen dat een belastingplichtige opzet of grove schuld kon worden verweten. De belastingplichtige was in 2012 geremigreerd uit Duitsland. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2012 waren de saldi van de Duitse bankrekeningen per 1 januari 2012 niet opgenomen. Volgens de inspecteur was de adviseur van de belastingplichtige niet op de hoogte van de Duitse bankrekeningen en had de belastingplichtige zijn adviseur moeten informeren.
Het hof vond niet aannemelijk dat de belastingplichtige het bestaan van de Duitse bankrekeningen voor zijn adviseur verborgen heeft willen houden. De belastingplichtige had aan zijn adviseur gemeld dat de saldi van die rekeningen nagenoeg nihil bedroegen. Het hof kon niet uitsluiten dat de belastingplichtige het belang van deze saldi voor de aangifte IB 2012 niet goed heeft begrepen. Volgens het hof had de adviseur de voor de aangifte van belang zijnde gegevens van de Duitse bankrekeningen moeten opvragen om een volledig beeld te krijgen van de fiscale positie van zijn cliënt alvorens de aangifte in te dienen. Het hof vond niet aannemelijk dat de belastingplichtige de fiscale gevolgen van de remigratie en de keuze voor een behandeling als binnenlands belastingplichtige volledig heeft overzien. Juist daarom was de adviseur ingeschakeld, op wiens kennis en kunde hij mocht vertrouwen, omdat deze in verband met de remigratie overleg had gehad met een externe fiscalist. Onder deze omstandigheden was er geen aanleiding om bij navordering van belasting over 2012 aan de belastingplichtige een boete op te leggen.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL201810722, 17/01312 | 19-12-2018

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?