Loud - Juridisch Advies & Mediation
15-06-2022 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Krijgen werknemers hun loon van het Uwv als ze na het faillissement van hun werkgever direct in dienst treden bij een doorstarter? Die vraag is onlangs door de Hoge Raad ontkennend beantwoord.
Een onderneming gaat failliet, de curator zegt de arbeidsovereenkomsten met alle 84 werknemers op. Een doorstarter neemt de werknemers enkele dagen na het faillissement over. Gedurende de opzegtermijn van zes weken geldt de loongarantieregeling. In de Werkloosheidswet (ww) staat dat het Uwv gedurende maximaal zes weken het loon betaalt, in dit geval samen 353.067 euro. Vervolgens dient het Uwv bij de curator vorderingen in die betrekking hebben op deze betalingen. De curator wijst die af. De kwestie belandt uiteindelijk bij de Hoge Raad.
De Werkloosheidswet bepaalt dat het Uwv uitsluitend een boedelvordering heeft in een faillissement voor zover zij vorderingen heeft voldaan die de werknemers op hun gefailleerde werkgever hadden. De vraag is of dat hier aan de orde was. Nu de werknemers bij de doorstarter in dienst zijn getreden, waren ze niet langer beschikbaar om te werken voor het failliete bedrijf. Hier geldt het beginsel ‘geen arbeid, geen loon’. Vanaf de dag van indiensttreding bij de doorstarter hadden de werknemers geen loonvordering meer op de failliete werkgever. Daarmee zijn de vorderingen van het Uwv geen boedelvorderingen meer, oordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tegen dat oordeel stelt het Uwv cassatie in: het faillissement en de verkoop van de onderneming zijn voor risico van de werkgever. Het komt ook voor rekening van de werkgever dat de werknemers na de nieuwe indiensttreding geen arbeid meer hebben verricht. De Hoge Raad verduidelijkt het principe ‘geen arbeid, geen loon’. Indien een werknemer de arbeid niet heeft verricht, moet hij, om aanspraak te kunnen maken op loon, bereid zijn geweest de arbeid te verrichten. In dit geval mocht de curator ervan uitgaan dat de werknemers niet langer bereid waren bij hun oude werkgever te werken, omdat ze bij de doorstarter in dienst waren getreden. De oorzaak hiervan hoort in redelijkheid niet voor rekening van de gefailleerde werkgever te komen. Anders zouden de werknemers aanspraak hebben op loonbetaling door de curator, via het Uwv, en door de doorstarter. Dat kan natuurlijk niet. Kortom, een werknemer heeft vanaf het moment van indiensttreding bij een doorstarter geen recht meer op loon van de gefailleerde werkgever, en dus geen aanspraak op het Uwv uit hoofde van de loongarantieregeling.
Overigens zijn per 1 januari 2020 de regels veranderd. Deze casus is nog gebaseerd op de oude regelgeving. Sinds 2020 is een werkgever verplicht het loon te voldoen indien de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij dat niet verrichten in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. Geen werk, geen loon geldt nog steeds. Maar moest voorheen de werknemer bewijzen dat deze uitzondering zich voordeed, tegenwoordig ligt de bewijslast bij de werkgever.
ECLI:NL:HR:2022:823
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:823
Arbeidsrecht en sociale zekerheid