Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Twee medewerkers van een onderneming zetten stiekem bedrijfsgevoelige informatie op een usb-stick. Nadien beginnen ze een eigen bedrijf. De benadeelde ondernemer pikt dat niet, maar krijgt bij de rechtbank niet alles gedaan wat hij zou willen.

Het tweetal heeft erkend aan het einde van hun dienstverband, zonder toestemming, bedrijfsgevoelige informatie op een usb-stick te hebben opgeslagen. Deze informatie hebben ze gebruikt voor de exploitatie van hun eigen, nieuwe onderneming, een concurrent van het benadeelde bedrijf. De directeur daarvan beweert dat het tweetal daarmee zijn relaties heeft benaderd om zo opdrachten binnen te halen en personeelsleden proberen over te halen bij hen in dienst te treden. Bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland vordert de directeur dat het tweetal de usb-sticks vernietigt, geen relaties meer onderhoudt met zijn klanten, het personeel niet meer benadert om over te stappen, en om alle schade te vergoeden.

Concurrentiebeding

Een voorlopige voorziening moet samenhangen met de hoofdvordering. Het moet gaan om een maatregel met een tijdelijk karakter, geldend voor de duur van het geding. Daarom wijst de voorzieningenrechter de eis om de usb-sticks te vernietigen af: dit heeft een definitief karakter. De voorzieningenrechter constateert dat de arbeidsovereenkomsten van de personeelsleden geen concurrentie-, relatie- of anti-ronsel-beding bevatten. Zij mogen dus bij het andere bedrijf gaan werken, zelfs nu dat een directe concurrent is.

Bedrijfsrelaties

Het opslaan van bedrijfsgevoelige informatie op een eigen usb-stick is onrechtmatig. Het benadeelde bedrijf is, aldus de voorzieningenrechter, terecht bevreesd dat het tweetal die informatie zal gebruiken om bij bedrijfsrelaties opdrachten binnen te halen. Gedurende het geding mogen zij die relaties dan ook niet meer benaderen, althans alleen de relaties die de directeur op een lijst heeft gezet die de rechtbank heeft gekregen. Doen ze dat toch, dan moeten ze voor elke dag dat dit gebeurt 10.000 euro betalen, met een maximum van 100.000 euro. De twee medewerkers én hun bedrijf zijn hiervoor hoofdelijk aansprakelijk. Het verbod om personeelsleden te benaderen voor een baan wordt afgewezen. Dat is op zichzelf niet onrechtmatig.

De directe schade die het bedrijf heeft geleden betreft onderzoekskosten. Het bedrijf heeft in redelijkheid kunnen besluiten onderzoek naar de ‘diefstal’ te laten verrichten door een extern bedrijf. Het tweetal moet die kosten (26.671 euro) betalen. Over de inhoud van een tweede onderzoeksrapport, dat 7.125 euro kostte, zijn partijen het niet eens. Die vordering van het bedrijf moet in de hoofdzaak worden beoordeeld.

ECLI:NL:RBNHO:2022:4094

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2022:4094

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2022:4094 | 04-06-2022

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?