De broek van een collega naar beneden trekken: een grap of grensoverschrijdend gedrag?

Een werknemer trekt als “grap” de korte broek van zijn vrouwelijke collega naar beneden. Om ervoor te zorgen dat ze het niet ziet aankomen, doet hij dit zodra hij achter haar staat. Zijn vrouwelijke collega staat vervolgens met blote billen op de werkvloer, terwijl andere collega’s “de grap” meemaken. De werkgever laat er geen gras over groeien en ontslaat de werknemer op staande voet. De werknemer is het er niet mee eens en stapt naar de rechter.

Wel of geen ontslag op staande voet?

Aan de rechter wordt door de werknemer gevraagd om het ontslag op staande voet te vernietigen. De rechter zal dan kijken of de werkgever het ontslag op staande voet terecht heeft verleend. Een werkgever kan ontslag op staande voet verlenen als hij daar een dringende reden voor heeft. Zo’n dringende reden bestaat wanneer van de werkgever niet gevergd kan worden dat de dienstbetrekking wordt voortgezet. Zo valt bijvoorbeeld te denken aan een situatie waarin een werknemer diefstal pleegt of andere medewerkers mishandelt, grofweg beledigt of op ernstige wijze bedreigt.

Ruwe grappen zijn normaal

Als het aan de werknemer ligt, dan is er geen dringende reden aanwezig voor het ontslag op staande voet. Volgens hem is het normaal dat er ruwere grappen worden gemaakt tussen collega’s onderling en zijn zelfs leidinggevende daarbij betrokken geweest. Dat hij de broek van een vrouwelijke collega naar beneden heeft getrokken, is volgens hem te zien als zo’n ruwe grap. Volgens de werknemer heeft de collega waarvan hij de broek naar beneden trok verder geen boosheid getoond, niet gehuild en bleek zij zich ook niet te schamen. Bovendien zou een andere vrouwelijke collega zijn broek ook eens omlaag hebben getrokken en heeft een leidinggevende hem op enig punt in zijn kruis gegrepen.

Verder zegt de werknemer zijn excuses te hebben aangeboden aan een leidinggevende. Daarnaast had de werkgever volgens de werknemer ernstige disciplinaire maatregelen uit het bedrijfsreglement toe moeten passen in plaats van hem direct te ontslaan.

Overweging van de kantonrechter

Volgens de kantonrechter snijdt het geen hout dat de werknemer denkt dat zodra de leiding niet ingrijpt daardoor dergelijk gedrag is toegestaan. Vooral omdat de leidinggevenden van niets weten en daardoor dus ook helemaal niet kunnen ingrijpen. Het is zelfs zo dat de werknemer een bedrijfstraining heeft gevolgd waarbij omgangsvormen aan de orde zijn gekomen. Daarnaast hangen er in de productiehal waar de werknemer zijn werk uitvoert posters waarmee werknemer herinnert worden aan de gewenste normen en omgangsvormen. Hij had dus kunnen weten dat zo’n gedrag niet getolereerd wordt.

Daarbij is het volgens de kantonrechter van belang dat dergelijk gedrag achterwege blijft. Dat de werknemer meent dat hij met zijn actie bij zijn vrouwelijke collega geen schade heeft aangericht, ligt volgens de rechter niet voor de hand. Vooral omdat volgens de werkgever de medewerkster hevig zou zijn ontdaan, juist wel schaamte heeft ervaren en zelfs heeft gehuild.

Zware gevolgen

Ontslag op staande voet is natuurlijk een vergaand middel met zware gevolgen voor de werknemer. Zo valt het inkomen weg, ontvangt de werknemer geen ontslagvergoeding en bestaat er in principe geen recht op een WW-uitkering. De kantonrechter houdt hier daarom ook rekening mee. Toch meent de kantonrechter dat het hier gaat om een bijzonder ernstig feit, waardoor het ontslag op staande voet terecht is gegeven door de werkgever. Een collega in de blote billen zetten in het bijzijn van collega’s, zal ervoor zorgen dat zij nog (heel) lang slachtoffer zal blijven van deze “grap”.

Wat een werkgever hiervan kan leren

Als werkgever kun je hieruit meenemen dat zo’n ruwe grap absoluut niet geaccepteerd hoeft te worden. Dergelijk grensoverschrijdend gedrag in zo’n situatie is reden voor ontslag op staande voet.

De werkgever in deze zaak heeft er baat bij gehad dat er in het bedrijfsreglement is aangegeven welk gedrag wel en juist niet gewenst is. Door middel van posters aan de muren op de werkplek, worden werknemers hier constant aan herinnerd. Daarnaast heeft de werkgever voor bedrijfstrainingen over omgang met collega’s gezorgd. Als werkgever heb je immers de wettelijke plicht om te zorgen voor een veilig werkomgeving, die vrij is van agressie, (seksuele)intimidatie, discriminatie, pesten en ander ongewenst gedrag.

Heb jij naar aanleiding van deze blog vragen? Of kunnen wij het bedrijfsreglement van jouw onderneming controleren? Laat het ons dan vooral weten!