Loud - Juridisch Advies & Mediation
05-09-2023 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Ook als er een dringende reden is voor een ontslag op staande voet en dit ontslag is onverwijld gegeven, dan kan de kantonrechter alsnog een streep zetten door dat ontslag: als de werkgever onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Daarover kan deze werkgever meepraten, die een frauduleus handelende werknemer had ontslagen.
Een 39-jarige vrouw werkt als service-adviseur bij een van de 35 vestigingen van een bedrijf dat zich bezighoudt met de verkoop en lease van auto’s en het onderhoud ervan. Ze heeft een arbeidsovereenkomst voor zeven maanden en is onder meer verantwoordelijk voor de facturatie van aan auto’s uitgevoerde werkzaamheden.
Als de vrouw haar eigen auto bij het bedrijf laat repareren, stelt ze een factuur op waarin ze maar één uur factureert, terwijl op de werkbon staat dat monteurs 4,44 uur aan de auto hebben geklust. Zo moet ze geen € 380 maar € 134 betalen. Daarop wordt de vrouw op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief staat als dringende reden de fraude die zij pleegde, waardoor ze het bedrijf heeft benadeeld. In weerwil van de bij haar bekende instructies heeft ze namelijk zelf een factuur gemaakt voor een te laag bedrag en daardoor welbewust te weinig betaald.
De werknemer laat het er niet bij zitten en stapt naar de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland). Ze wil dat het ontslag wordt vernietigd. Dit is volgens haar niet onverwijld gegeven, er is geen dringende reden en haar persoonlijke omstandigheden noodzaken ook tot vernietiging. Ze eist dat de werkgever het achterstallig salaris betaalt en haar weer toelaat tot haar werk. Dit onder dwangsom van € 2.000 voor elke dag dat hij in gebreke blijft. Een schadevergoeding wil de vrouw ook, voor de juridische kosten die ze moest maken (€ 10.132). En anders wil ze een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging (€ 4.304), een transitievergoeding (€ 547) en een billijke vergoeding (€ 62.198).
Het ontslag op staande voet is wel onverwijld gegeven, oordeelt de kantonrechter. Toen haar leidinggevende vroeg of ze de factuur zelf had opgesteld, antwoordde de vrouw positief. Later die dag, na een tweede gesprek, volgde meteen het ontslag op staande voet en dit is dus onverwijld gegeven.
Een dringende reden is er ook, vindt de kantonrechter. Als dringende redenen worden gezien zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. De stelplicht en bewijslast liggen bij de werkgever. Vast staat dat de door de vrouw opgestelde factuur in haar voordeel afwijkt van het bedrag dat ze behoorde te factureren. Daarmee heeft ze haar werkgever financieel benadeeld. Volgens de service-adviseur is het corrigeren van facturen in haar functie gebruikelijk, maar de kantonrechter vindt dat grote voorzichtigheid geboden is bij facturen op eigen naam. Ook zonder een instructie van de werkgever had van de vrouw mogen worden verwacht dat zij een collega of leidinggevende had kunnen vragen om de factuur te maken. Daar komt bij dat zij bij een bijeenkomst is geweest waar de regels over werkzaamheden aan de eigen auto zijn uitgelegd. Door in strijd met de instructies toch zelf de factuur op te stellen én naar beneden bij te stellen ten gunste van zichzelf, heeft zij ernstig verwijtbaar gehandeld. Dit levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet.
Maar, zo vervolgt de kantonrechter, bij de beoordeling van de vraag of van een dringende redenen sprake is, moeten wel alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, worden meegenomen, dus ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. En dat is hier niet gebeurd. De vrouw kocht kort voor haar ontslag een nieuw huis. Voor de hypotheek had ze een werkgeversverklaring nodig waaruit blijkt dat ze door haar baan aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Zo’n verklaring heeft ze gekregen; daarin staat dat haar dienstverband bij gelijkblijvend functioneren zal worden voortgezet met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Haar werkgever wist dus dat het verliezen van haar baan gevolgen had voor de hypotheek. Haar oude huis was net verkocht en door het ontslag is de koopovereenkomst voor haar nieuwe huis ontbonden, omdat de bank geen hypothecaire geldlening meer wil verstrekken. De vrouw verblijft nu met haar vier minderjarige kinderen in een stacaravan, zonder zicht op een nieuw koophuis (want: geen baan meer, geen uitkering, een partner die als zzp’er werkt). Hier had de werkgever rekening mee moeten houden, zeker nu het dienstverband niet veel later ook op reguliere wijze had kunnen worden beëindigd. Het verzoek om vernietiging van het ontslag op staande voet wordt dan ook toegewezen.
Dan rijst de vraag of het dienstverband inmiddels is geëindigd of voor onbepaalde tijd doorloopt, zoals de vrouw meent. Zij wijst daarbij onder meer op de werkgeversverklaring en de door de werkgever aangeboden beëindigingsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat er geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. De werkgeversverklaring kan alleen als intentie van de werkgever worden opgevat om bij gelijkblijvend functioneren een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden. Tot dit aanbod is het niet gekomen. Dat een beëindigingsovereenkomst is aangeboden, duidt ook niet op het bestaan van een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. De werkgever wilde daarmee alleen de negatieve gevolgen van het ontslag voor de werknemer verminderen en een rechtszaak voorkomen. Conclusie: het dienstverband is geëindigd en de vrouw heeft recht op uitbetaling van twee maanden loon, maar geen recht op werkhervatting. Haar andere eisen worden afgewezen.
ECLI:NL:RBMNE:2023:2621
Arbeidsrecht en sociale zekerheid