Loud - Juridisch Advies & Mediation
11-07-2023 | Overeenkomstenrecht
Lees meer
Bij het verlaten van een parkeergarage snel onder de slagboom doorrijden, direct achter een voorganger aan? Dat heet ‘treintje rijden’. De boete die de rechter daarvoor kan opleggen is hoog.
Een man rijdt een parkeergarage binnen en neemt een parkeerticket. Bij de ticketautomaat staat een informatiebord met parkeertarieven en de algemene voorwaarden van het parkeerbedrijf. Daarin staat onder andere dat ‘treintje rijden’ niet is toegestaan: direct achter een voorganger onder de slagboom doorrijden, die dan nog even openstaat.
Dat is precies wat deze chauffeur wel doet: hij verlaat de garage zonder het parkeerticket in het apparaat te steken. Hij krijgt een rekening van het parkeerbedrijf: € 150 voor de verloren kaart en € 325 voor aanvullende schadevergoeding. Die laatste, aldus het parkeerbedrijf, bestaat uit geleden omzetderving, gemaakte kosten, uitgevoerde werkzaamheden, reeds gedane en toekomstige investeringen en ingeschakelde derden. Van de schadevergoeding gaat ook een preventieve werking uit: een volgende keer zal deze chauffeur het ‘treintje rijden’ wel laten.
De chauffeur betaalt niets: hij heeft immers het parkeergeld (€ 30) betaald aan de betaalautomaat. Hij dacht dat de parkeergarage gebruikmaakte van kentekenherkenning. De slagboom bleef na het uitrijden van zijn voorganger openstaan, waardoor de chauffeur werd bevestigd in zijn gedachte dat hij zijn ticket niet hoefde in te voeren. Door de grote afstand tussen de auto’s kan er geen sprake zijn van ‘treintje rijden’, zo vindt hij.
Dat de man het parkeergeld heeft betaald, ziet ook de kantonrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant). Nu er geen sprake is van een verloren kaart, hoeft de chauffeur de boete daarvoor (€ 150) niet te betalen. En dat treintje rijden? Uit een video van de parkeergarage blijkt dat de voorganger van de chauffeur zijn parkeerticket invoerde. Nadat die onder de slagboom wegreed, bewoog de slagboom naar beneden. De chauffeur reed er snel achteraan – zonder zijn parkeerticket in te voeren. Het treintje rijden is dus bewezen. De chauffeur handelde in strijd met de algemene voorwaarden. Maar moet hij ook de aanvullende schadevergoeding betalen?
De vraag hierbij is of een dergelijk beding voor een consument (de chauffeur) niet ‘onredelijk bezwarend’ is. Dat is het niet, oordeelt de kantonrechter. De aanvullende schadevergoeding is ook bedoeld om gevaar voor andere verkeersdeelnemers in en buiten de parkeergarage tegen te gaan. Voor de preventieve werking van de boete is het nodig dat deze zo hoog is dat parkeerders worden geprikkeld om de regels na te leven. Ook in eerdere rechtszaken werd het beding over de schadevergoeding niet als oneerlijk gezien. De chauffeur moet € 325 betalen. Het bedrag wordt niet gematigd, zoals de chauffeur nog vroeg.
ECLI:NL:RBZWB:2023:4003
Wie een parkeergarage inrijdt, is (onbewust) gebonden aan de algemene voorwaarden van de exploitant. Daarin staat dat je netjes moet betalen. Maar ook zonder die voorwaarden te lezen behoort iedereen te weten dat je moet afrekenen. Ertussenuit rijden kan iemand duur komen te staan.
Een bedrijf dat parkeergarages exploiteert beweert dat een automobilist zonder te betalen een parkeergarage heeft verlaten. Dat ging door ‘treintje rijden’: direct achter de voorligger onder de slagbomen meerijden. Het bedrijf eist van de automobilist 387 euro: 17 euro voor het parkeertarief, een schadevergoeding van 320 euro en 50 euro aan buitengerechtelijke kosten. De rechtbank Rotterdam moet beoordelen of die claim terecht is.
De automobilist stelt dat niet contant kon worden betaald (vanwege corona) en dat hij geen pinpas bij zich had. Ook kon hij geen medewerker vinden en kreeg hij via de intercom geen gehoor. Hij heeft de garage daarom noodgedwongen met ‘treintje rijden’ moeten verlaten.
In de parkeergarages van de exploitant gelden de Algemene Voorwaarden Parkeren. Dit staat ook op een bord bij de ingang. Dat de letters met de verwijzing naar waar de algemene voorwaarden te vinden zijn vanuit een auto niet goed leesbaar zijn, maakt dit niet anders: er staat een verwijzing naar waar de algemene voorwaarden staan en dat vindt de kantonrechter voldoende.
Maar ook zonder de algemene voorwaarden te lezen moet het voor een ieder duidelijk zijn dat wegrijden uit een parkeergarage zonder te betalen consequenties heeft. De kantonrechter acht de gevolgen van het wegrijden zonder te betalen (17 euro parkeergeld en een schadevergoeding van 320 euro) redelijk. Wie (moedwillig) wegrijdt zonder te betalen, mag dat voelen ook.
Maar de automobilist kón niet betalen, zegt hij, en hij kon toen het probleem ook niet bespreken met de exploitant. Dat maakt het in beginsel anders. Probleem is dat de automobilist dit onvoldoende onderbouwt. Hij beroept zich op een screenshot van de website van de garage-exploitant. Maar dat is anderhalf jaar oud en bewijst niet dat hij op de dag van het parkeren niet kon betalen. Als dat ook op de betaalautomaat stond, had hij daarvan een foto kunnen maken. En in zijn verweer trekt hij alleen de door de exploitant gestelde schade in twijfel. Het bedrijf zelf toont aan dat de intercom gewoon functioneerde. Andere mensen hebben er die dag ook gebruik van kunnen maken. De rechtbank vindt het verhaal van de automobilist dan ook niet geloofwaardig. Hij moet 337 euro betalen, plus 50 euro aan buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten omdat hij de zaak heeft verloren, dus nog eens 385 euro. Zijn parkeerkaartje kostte 17 euro, nu is hij 772 euro kwijt.
ECLI:NL:RBROT:2022:5874
Arbeidsrecht en sociale zekerheid