Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een bedrijf biedt een man niet de beloofde ‘valet parking service’. Zijn auto blijkt na zijn vakantie verdwenen en dus niet op de afgesproken tijd klaar te staan. Dat heet ‘wanprestatie’. Het beroep van het bedrijf op de algemene voorwaarden, waarin aansprakelijkheid voor schade wordt uitgesloten, faalt.

Een bedrijf biedt zogenoemde ‘valet parking service’ aan bij een Nederlandse luchthaven. Daarvoor huurt het parkeerplekken op het parkeerterrein van een hotel in een nabijgelegen stad. Een man reserveert via de website van het bedrijf deze service voor acht dagen. In de reserveringsbevestiging staat dat zijn auto door een chauffeur wordt aangenomen bij de vertrekhal waar de man incheckt en na diens reis ook weer wordt afgeleverd op diezelfde plek.

Goed huisvader

Tijdens zijn vakantie krijgt de man van het bedrijf een sms-bericht, waarin het meldt dat het ‘ziet dat hij de auto heeft opgehaald?’. Hij laat daarop weten dat dit niet zo is en dat zijn auto kennelijk gestolen is. Hij eist dat zijn auto er staat als hij terugkomt. Tevergeefs, en dus doet hij aangifte van diefstal bij de politie. Die vindt de auto onbeschadigd terug op het parkeerterrein van het hotel.

Bij de kantonrechter (rechtbank Noord-Holland) eist de man dat het bedrijf wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 2.546. Volgens hem is het bedrijf tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting uit de overeenkomst om als een goed huisvader voor zijn auto te zorgen. Volgens hem moet een medewerker zijn auto tijdens zijn vakantie hebben gebruikt en onbeheerd hebben achtergelaten, wat in strijd is met wat het maatschappelijk verkeer betaamt. Daarmee heeft het bedrijf jegens hem onrechtmatig gehandeld.

Toerekenbare tekortkoming

Ook volgens de kantonrechter is sprake van een tekortkoming door het bedrijf. Vast staat dat de auto niet op de afgesproken dag aan de man is teruggegeven, zoals was toegezegd. Op de website belooft het bedrijf dat de auto door een chauffeur naar een parkeerterrein wordt gebracht, waar deze wordt bewaakt. Dan mocht de eigenaar verwachten dat zijn auto de hele periode werd bewaakt, met cameratoezicht of op een andere manier. Maar op één ronde van de nachtportier na, was dat toezicht er niet. Bovendien wist het bedrijf kennelijk dat het niet moeilijk was om het terrein zonder pasje op en af te rijden. Het had daarom maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat de auto makkelijk kon worden meegenomen. Door geen toezicht te houden en geen voorzieningen te treffen heeft het bedrijf de auto niet bewaakt zoals het volgens de overeenkomst moest doen. Omdat het bedrijf toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst is het in beginsel aansprakelijk voor de door de man geleden schade.

Algemene voorwaarden

Het bedrijf beroept zich echter op zijn algemene voorwaarden, waarin het aansprakelijkheid voor schade uitsluit of in ieder geval beperkt. Daarin staat dat het bedrijf voor directe of indirecte schade alleen aansprakelijk is bij opzet of bewuste roekeloosheid. Ook staat erin dat de klant ervoor moet zorgen dat de auto tijdens de boekingsperiode voldoende verzekerd is. Volgens de man is deze uitsluiting van aansprakelijkheid echter onredelijk bezwarend en een beroep erop in strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, nu het bedrijf niet goed voor de auto heeft gezorgd.

Onredelijk bezwarend

Een beding in algemene voorwaarden is volgens de wet vernietigbaar als het onredelijk bezwarend is voor de consument, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen en de overige omstandigheden van het geval. Een beding waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd als, in strijd met de goede trouw, ‘het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort’. Volgens de wet wordt een beding dat een gebruiker (hier: de parkingservice) geheel of deels bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Voor eigenaren is het risico op schade aan een geparkeerde auto makkelijk te verzekeren, terwijl dit voor het parkingservicebedrijf erg duur zou zijn (zeker in verhouding tot de vergoeding die het voor zijn service krijgt). Dit maakt dat het beding niet onredelijk bezwarend is, oordeelt de kantonrechter. Maar, vervolgt de rechter, een beroep op het uitsluitingsbeding kan wel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Sluit een bedrijf aansprakelijkheid uit, dan is het extra belangrijk dat het zich aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst houdt. Dat is hier niet het geval, en dus is het beroep erop niet redelijk. Het bedrijf is aansprakelijk voor de schade.

Schadeposten

Welke schade moet dan worden vergoed? De man kon zijn auto een tijdje niet gebruiken en dat was een direct gevolg van het toerekenbaar tekortschieten van het bedrijf. De kosten die hij daardoor moest maken voor vervangend vervoer (de man kocht een vervangende auto), moeten dan ook in beginsel worden vergoed. De kantonrechter komt uit op een schadebedrag van € 300. Ook de geëiste benzinekosten (€ 72) voor de ritten naar het politiebureau en het bergingsbedrijf worden toegewezen, net als de taxikosten vanaf de luchthaven naar huis (€ 133). Verder wijst de kantonrechter het bedrag aan gederfde inkomsten toe (€ 800), nu de man voldoende heeft onderbouwd dat hij twee dagen niet heeft kunnen werken. Het bedrag dat hij eist voor gederfd vakantiegenot (€ 1.000) krijgt hij niet, daarvoor biedt de wet geen grond. De parkingservice moet in totaal € 1.305 aan de man overmaken.

ECLI:NL:RBNHO:2023:5539

Bron: Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2023:5539 | 03-07-2023

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?