Loud - Juridisch Advies & Mediation
23-05-2023 | Ondernemingsrecht
Lees meer
In een faillissement houdt de curator de commissaris aansprakelijk voor het boedeltekort. De commissaris stelt dat hij niet rechtsgeldig is benoemd. Of dat laatste waar is, moet de rechtbank uitzoeken.
Een zorgorganisatie heeft één bestuurder, die ook aandeelhouder is. Deze bestuurder heeft contact gehad met iemand over een vrijwilligersrol binnen de organisatie. Laat schrijft de bestuurder hem in als commissaris binnen de raad van commissarissen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Enkele jaren later gaat de organisatie failliet. De curator stelt de commissaris aansprakelijk voor het faillissementstekort. Hij zou zijn taak als commissaris onbehoorlijk hebben vervuld, wat een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. Volgens de curator heeft de bestuurder structureel zeer grote bedragen aan de zorgorganisatie onttrokken. Een faillissement kon niet uitblijven. De commissaris heeft geen toezicht op het bestuur gehouden, terwijl dit wel zijn taak was. Vooralsnog wordt het boedeltekort geschat op € 1.042.472. De curator eist bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant een voorschot van € 500.000. De commissaris betwist dat hij rechtsgeldig tot commissaris is benoemd.
In het Burgerlijk Wetboek staat dat een commissaris wordt benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). De statuten kunnen echter bepalen dat besluitvorming van de AvA ook op een andere wijze mag plaatsvinden. In deze organisatie was geregeld dat besluitvorming ook buiten de vergadering kan plaatsvinden, maar besluiten moeten dan wel schriftelijk worden genomen. Daaraan is voldaan, stelt de curator, omdat de bestuurder het inschrijfformulier van de Kamer van Koophandel heeft gebruikt om de commissaris in het handelsregister in te schrijven. Dit formulier is ondertekend door de bestuurder én de commissaris.
Volgens de rechtbank zijn er echter omstandigheden die wijzen op iets anders. Zo is er een mail van de bestuurder aan de commissaris, waarin staat dat een raad van commissarissen feitelijk nooit heeft bestaan. De bestuurder had dat moeten regelen, maar heeft dit nooit gedaan.
Volgens de curator heeft de commissaris wel degelijk zijn rol vervuld. Zijn functie zou blijken uit een gespreksverslag. Maar volgens de rechtbank is dit onvoldoende om aan te nemen dat de commissaris als zodanig heeft gefunctioneerd, zeker nu de commissaris beweert dit gespreksverslag niet te kennen. Ook een verslag van de curator, waarin zou staan dat de commissaris zelf toegeeft dat hij steeds onbezoldigd als commissaris heeft gewerkt, is voor de rechtbank niet overtuigend. Dat geldt eveneens voor een gemeentelijk rapport, waarin de naam van de commissaris staat: dit wil niet zeggen dat hij als zodanig heeft gewerkt. Omdat niet is komen vast te staan dat de commissaris rechtsgeldig is benoemd, wordt de vordering van de curator afgewezen.
ECLI:NL:RBZWB:2023:3015
Arbeidsrecht en sociale zekerheid