Loud - Juridisch Advies & Mediation
23-01-2023 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Een werknemer verslaapt zich regelmatig, ook na officiële waarschuwingen en een door de werkgever bekostigd hulptraject. Nu sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten mag de arbeidsovereenkomst ontbonden worden, oordeelt de kantonrechter. Maar het is geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en daarom heeft de man recht op een transitievergoeding.
Een buschauffeur krijgt door zijn echtscheiding psychische problemen. Hij piekert veel, waardoor hij slecht slaapt. Hij verslaapt zich regelmatig en komt dan te laat op zijn werk. Na een aantal gesprekken met zijn werkgever krijgt hij psychologische hulp aangeboden, op kosten van het vervoersbedrijf. Na dit traject waarschuwt zijn leidinggevende hem: verslaapt hij zich weer, dan volgt een disciplinaire maatregel.
Als de man daarna te laat komt voor het tweede deel van een (gebroken) dienst omdat hij zich vergist in het aanvangstijdstip, krijgt hij een officiële waarschuwing. Een half jaar later komt hij weer te laat, waarop een laatste officiële waarschuwing volgt met een proeftijd van een jaar. Hij krijgt daarbij opnieuw psychologische hulp, die het vervoersbedrijf ook betaalt. Wanneer hij zich ook daarna toch weer verslaapt, stapt zijn werkgever naar de rechtbank om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden op grond van verwijtbaar handelen of nalaten.
De werkgever voert aan dat een correcte toepassing van de dienstregeling van groot belang is. Een rit die niet op tijd is (te weten met meer dan drie minuten vertraging) wordt aangemerkt als een uitgevallen rit, waarvoor het bedrijf geen exploitatiebijdrage krijgt. Het structureel te laat komen of zich verslapen, zonder dat de werknemer daar een al dan niet redelijke verklaring voor heeft, levert volgens het vervoersbedrijf verwijtbaar handelen dan wel nalaten op. Het bedrijf vraagt de kantonrechter daarom de arbeidsovereenkomst op die grond te ontbinden. Daarnaast is volgens de werkgever sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Ook is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Daarom heeft de man geen recht op een transitievergoeding en moet de arbeidsovereenkomst op zo kort mogelijke termijn worden ontbonden.
De werknemer wil dat het verzoek om ontbinding wordt afgewezen. Er is volgens hem geen sprake van verwijtbaar handelen of nalaten en een verstoorde arbeidsverhouding is er evenmin. Na het psychologische traject ging het steeds beter met hem, hij kreeg weer meer grip op het leven. De officiële waarschuwing met disciplinaire maatregel, nadat hij zich had vergist in het dienstrooster, wierp hem echter ver terug. Enerzijds werd hij geholpen door zijn werkgever, maar anderzijds werd hij voor zijn gevoel veroordeeld. Hij heeft bovendien aangegeven graag naar een andere vestiging te willen waar op een andere manier wordt gepland en werknemers zelf kunnen aangeven welke blokken ze willen werken. Hij is daarna op een overplaatsingslijst gezet, maar van overplaatsing is het nooit gekomen, terwijl dit zijn werk-privé balans wel ten goede zou komen: hij zou zich dan niet meer verslapen. Tot slot voert de man aan dat hij zijn baan graag wil houden en dat hij zijn leven steeds meer op de rails krijgt. Het verslapen overkomt hem incidenteel in periodes waarin het minder goed gaat met zijn geestelijke gesteldheid, ook al zet hij dan meerdere wekkers.
De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst ontbonden mag worden. Van een buschauffeur kan worden verlangd dat hij stipt op tijd met zijn dienst begint, ongeacht het aanvangstijdstip. Vast staat dat deze werknemer zich hier niet aan hield, nu hij zich zo nu en dan verslaapt. Dit verslapen is een omstandigheid die in de risicosfeer van de werknemer ligt. Aan dit verslapen ligt geen ziekte ten grondslag, maar de geestelijke gesteldheid in periodes waarin hij zich privé in lastige omstandigheden bevindt. Dan verzaakt hij soms een van zijn primaire verplichtingen als werknemer, namelijk het op tijd op het werk zijn. Dit levert naar het oordeel van de kantonrechter een verwijtbaar handelen of nalaten op. Dat het verslapen hem 'overkomt', zoals de man zelf stelt, maakt dat niet anders: het is aan hem om dat te voorkomen.
Is dit handelen of nalaten van de buschauffeur zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren? De werkgever heeft de chauffeur meerdere malen hulp aangeboden. Ondanks de twee hulptrajecten verslaapt de man zich nog steeds: weliswaar niet vaak, maar wel met enige regelmaat. Ook na de hulptrajecten heeft de werkgever de man niet aan zijn lot overgelaten en is hij met hem in gesprek gebleven. Net als de werkgever verwacht ook de kantonrechter niet dat de verslaap-problemen na een overplaatsing definitief voorbij zullen zijn, omdat de man ook dan ingeroosterd zal worden in vroege diensten. Dit alles maakt dat van de werkgever niet kan worden verlangd dat het verslapen nog langer wordt getolereerd.
Volgens de kantonrechter is echter geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten, zoals de werkgever heeft beoogd. Daarbij wijst de rechter op de frequentie waarmee de man zich verslapen heeft, waarbij van 'schering en inslag' nou ook weer geen sprake is. De man heeft bovendien geprobeerd iets aan zijn verslaap-probleem te doen. Nu geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten moet de opzegtermijn in acht worden genomen en heeft de man recht op een transitievergoeding (€ 14.788,78).
ECLI:NL:RBNNE:2022:4375
Arbeidsrecht en sociale zekerheid