Loud - Juridisch Advies & Mediation
29-04-2022 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Na een promotie volgt een werknemer een opleiding. Later beëindigt de werkgever dat opleidingstraject en moet de werknemer in zijn oude functie blijven werken. Die vecht dit aan bij de kantonrechter.
De werknemer krijgt een andere functie: hij was rayonmanager en wordt plaatsvervangend manager distributie. Hij begint ook met een tweejarig opleidingstraject, waarover verder geen schriftelijke afspraken worden gemaakt. Maar omdat hij zich, naar de mening van de werkgever, onvoldoende ontwikkelt, wordt de opleiding beëindigd. Hij komt ook niet in aanmerking voor de nieuwe functie. De werknemer meldt zich ziek en is sindsdien (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt. Hij kan afdelingsmanager worden of rayonmanager blijven, maar heeft dan in de toekomst geen recht op loonsverhogingen. Bij de rechtbank Midden-Nederland vecht hij de beslissingen van zijn baas aan.
Omdat de man arbeidsongeschikt is en daarom niet direct met de opleiding verder kan gaan, ontbreekt in deze zaak het spoedeisend belang. Desondanks gaat de kantonrechter ‘ten overvloede’ in op de vorderingen. De werknemer krijgt geen gelijk wat de opleiding betreft. De werkgever heeft een zekere beoordelingsvrijheid om een opleidingstraject te beëindigen, en de kantonrechter mengt zich daar niet in: het is de werkgever die het beste zicht heeft op de voortgang en het functioneren van de werknemer en hij moet vrij zijn in de waardering van de verschillende belangen.
Wel is de werkgever gebonden aan de norm van goed werkgeverschap. Van belang is dat er tijdens de opleiding met de werknemer is gesproken over verbeterpunten. Als uit de functioneringsverslagen geen verbeterpunten naar voren zijn gekomen of wanneer de werkgever niet eerder kenbaar zou hebben gemaakt dat de werknemer nog niet op alle fronten functioneert op het gewenste niveau, dán zou het van slecht werkgeverschap getuigen als de opleiding wordt beëindigd. Nu valt de werkgever niets te verwijten, ook niet ten aanzien van het feit dat de werknemer weer een nieuwe functie krijgt. De werkgever had de intentie om de werknemer klaar te stomen voor de functie van manager distributie, maar een intentie is nog geen toezegging of garantie.
Kan de werknemer worden teruggezet naar de functie van afdelingsmanager of rayonmanager? In de arbeidsovereenkomst staat dat hij plaatsvervangend manager distributie is, en niet dat dit is gekoppeld aan een opleidingstraject. De kantonrechter gaat er dus vanuit dat de werknemer werkzaam is als plaatsvervangend manager distributie, en de werknemer zal dat ook moeten blijven. Terugplaatsen kan dus niet. Omdat de werkgever in een brief heeft toegezegd dat het loon wordt verhoogd, moet hij dat nakomen, en dat geldt ook voor afgesproken toekomstige loonsverhogingen.
ECLI:NL:RBMNE:2022:1581
Arbeidsrecht en sociale zekerheid