Loud - Juridisch Advies & Mediation
24-01-2022 | Ondernemingsrecht
Lees meer
De verhuurder van een winkelpand ontdekt in juni 2020 dat de winkel is leeggehaald. Hij laat in juli aan de bestuurder van het bedrijf dat het pand huurt weten dat hij hem persoonlijk aansprakelijk stelt voor de schade die hij als verhuurder hierdoor heeft geleden. Het bedrijf wordt in september failliet verklaard, waarna de huur in oktober door de curator per 31 januari 2021 wordt opgezegd.
De verhuurder zegt schade te hebben geleden in de 8 maanden tussen het leeghalen van de winkel in juni 2020 en de huuropzegging per januari 2021. Hij stelt dat er bij het aanvragen van het faillissement onrechtmatig is gehandeld en vordert een bedrag van ruim 37.000 euro van de bestuurder van de vennootschap die het pand huurde.
De onrechtmatige handelingen zouden volgens de verhuurder bestaan uit het staken van de exploitatie door het leeghalen van het pand en het aanvragen van het faillissement van de vennootschap. Hierover is de verhuurder niet geïnformeerd en ook de sleutels van de winkel zijn niet ingeleverd. Daarmee is de verhuurder de mogelijkheid ontnomen om op een eerder moment een andere huurder te vinden en daarmee de schade te beperken.
Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van een vennootschap wordt niet snel aangenomen, oordeelt de rechtbank Gelderland. Hiervoor geldt een hoge drempel. Een bestuurder is slechts persoonlijk aansprakelijk als sprake is van een ernstig verwijt, bijvoorbeeld omdat hij wist dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen of omdat hij er willens en wetens voor heeft gezorgd dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakwam, met schade voor anderen als gevolg.
Van die eerstgenoemde situatie is in deze zaak volgens de rechtbank geen sprake, omdat de bestuurder in 2013 niet al kon weten dat hij in 2020 niet aan de huurovereenkomst zou kunnen voldoen. Hoewel er in het verleden wel eens huurachterstanden waren, is de huur altijd betaald. De huurder is dan ook ruim 7 jaar zijn verplichtingen uit de overeenkomst nagekomen.
Er kan volgens de rechtbank evenmin worden vastgesteld dat de bestuurder willens en wetens heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke verplichtingen niet nakwam, wat zou hebben geleid tot schade voor de verhuurder. Een bestuurder van een verlieslijdende vennootschap is immers bevoegd handelingen te verrichten die de schade voor de vennootschap zo veel mogelijk beperken. Hieronder valt ook het beëindigen van een huurovereenkomst en het aanvragen van een faillissement. Hoewel het wenselijk was geweest dat de verhuurder van deze ontwikkelingen op de hoogte was gebracht, betekent het nalaten hiervan niet dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor schade waarvoor de vennootschap aansprakelijk zou zijn, aldus de rechtbank. De verhuurder wordt daarom in het ongelijk gesteld.
ECLI:NL:RBGEL:2022:45
Arbeidsrecht en sociale zekerheid