Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een belanghebbende, die in een bestuursrechtelijke procedure geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, heeft recht op een vergoeding van de door hem gemaakte kosten van professionele rechtsbijstand. De belanghebbende moet in de procedure wel om die vergoeding vragen. Het komt nogal eens voor dat over de proceskostenvergoeding wordt doorgeprocedeerd terwijl de inhoudelijke zaak al is afgerond. Wanneer een bestuursorgaan wel aan de bezwaren tegemoet komt maar aanvankelijk geen vergoeding toekent, kunnen de kosten flink oplopen.

De Hoge Raad heeft onlangs in een arrest de gemeente Den Haag in verband met een vernietigde aanslag parkeerbelasting veroordeeld tot een vergoeding aan de belanghebbende van in totaal € 3.196. De belanghebbende had beroep in cassatie aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank, omdat de rechtbank had verzuimd om de gemeente te veroordelen in de kosten van de bezwaarfase. Eerder had de belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld omdat de gemeente zijn bezwaar ongegrond had verklaard. Voordat de rechtbank toekwam aan behandeling van de zaak, had de gemeente de naheffingsaanslag vernietigd en trok de belanghebbende zijn beroep in, met verzoek om vergoeding van proceskosten.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2019680, Nr. 18/04337 | 15-05-2019

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?