Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Een aannemer en een opdrachtgever sluiten een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van een groot landhuis. In de overeenkomst wordt een 'richtprijs' genoemd van € 1,2 miljoen. Deze wordt ruim overschreden en de opdrachtgever weigert de laatste facturen te betalen. De aannemer vordert nu met succes betaling van deze facturen bij de rechtbank Rotterdam.

De kosten voor de verbouwing zijn uiteindelijk veel hoger dan het bedrag dat als 'richtprijs' in de aannemingsovereenkomst is genoemd. De aannemer stuurt facturen voor in totaal meer dan € 3 miljoen. De opdrachtgever betaalt een groot deel van deze facturen, ook nadat de richtprijs al is overschreden. Uiteindelijk blijft een bedrag van ruim € 400.000 onbetaald.

Richtprijs

Als in een aannemingsovereenkomst een richtprijs wordt afgesproken, mag die prijs op basis van de wet met niet meer dan 10% worden overschreden. Op basis van vaste rechtspraak is sprake van een richtprijs in de zin van de wet als de richtprijs in voldoende mate gespecificeerd, duidelijk en richtinggevend is. Het enkele feit dat de term ‘richtprijs’ wordt gebruikt is onvoldoende om te kunnen spreken van een richtprijs in de zin van de wet, al is het daar wel een sterke aanwijzing voor.

Handelen

De rechtbank oordeelt dat in dit geval geen sprake was van een richtprijs als bedoeld in de wet. Hierbij is van belang dat de partijen vóór het sluiten van de overeenkomst niet hebben gesproken over hoe ‘hard’ de prijsopgave van de aannemer was. Ook heeft de opdrachtgever diverse betalingen gedaan terwijl voor hem al duidelijk was dat de prijs ver boven de in de overeenkomst genoemde richtprijs uitsteeg. Hij heeft toen wel gezegd dat de kosten erg hoog werden, maar niets over een richtprijs en ook niet dat deze met meer dan 10% overschreden mocht worden. Uit zijn handelen blijkt daarom niet dat de opdrachtgever de prijs in de overeenkomst zag als een richtprijs.

Betalen

Dit betekent dat de opdrachtgever de daadwerkelijk gemaakte kosten dient te betalen voor zover die redelijk zijn. De rechtbank vindt dat de kosten redelijk zijn. De aannemer heeft aan de opdrachtgever meermaals overzichten van gemaakte uren en van inkoopkosten gegeven. Het had op de weg van de opdrachtgever gelegen om aan de hand daarvan in voldoende detail aan te geven welke delen van die werkzaamheden werden betwist en waarom het totaalbedrag geen redelijke prijs is. Dat heeft de opdrachtgever niet gedaan. Ook heeft de opdrachtgever voor ongeveer € 1 miljoen aan offertes geaccordeerd. Het gaat er bij de rechtbank niet in dat deze offertes nu ineens onredelijk zouden zijn. De aannemer heeft daarnaast geen verwachtingen gewekt die strijdig zijn met de gefactureerde bedragen. De rechtbank oordeelt daarom dat de door de aannemer in rekening gebrachte prijs redelijk is en moet worden betaald.

ECLI:NL:RBROT:2024:5023

Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:5023 | 31-05-2024

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?