Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

In een procedure oordeelde Hof Amsterdam dat de belanghebbende recht had op een dwangsom. Het hof veroordeelde de wederpartij, de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, tot vergoeding van de wettelijke rente over de dwangsom. Volgens het hof moest rente worden vergoed over de periode vanaf vier weken na de verzending van de uitspraak van het hof tot de dag van de algehele voldoening van de dwangsom plus de rente. De uitspraak van het hof dateert van 28 april 2020. Op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de heffingsambtenaar wettelijke rente dient te vergoeden vanaf 24 april 2017 tot de dag van betaling van de dwangsom.

Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet een bestuursorgaan de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom vaststellen bij beschikking binnen twee weken na de laatste dag waarover die dwangsom verschuldigd was. Ervan uitgaande dat de heffingsambtenaar op 2 januari 2017 in gebreke is gesteld, was 27 februari 2017 de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was volgens de wet. De heffingsambtenaar had uiterlijk twee weken later, dus op 13 maart 2017, de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking moeten vaststellen. De wettelijke betalingstermijn van zes weken zou dan op 24 april 2017 zijn verstreken. Vanaf die dag is de wettelijke rente verschuldigd.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20202038, 20/01529 | 17-12-2020

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?