Loud - Juridisch Advies & Mediation
24-05-2022 | Arbeidsrecht en sociale zekerheid
Lees meer
Wanneer het UWV eist dat een vrouw 9.500 euro aan toeslagen terugbetaalt, doet zij een beroep op het door de uitvoeringsinstantie geïntroduceerde herstelbeleid. Daarin is vastgelegd dat in bepaalde situaties kan worden afgezien van terugvordering.
De vrouw hoort in december 2020 van het UWV dat zij ruim 12.500 euro aan toeslagen moet terugbetalen. Zij maakt hiertegen bezwaar, waarna het bedrag wordt verlaagd naar bijna 9.500 euro. De vrouw is het hier nog steeds niet mee eens en gaat in beroep.
Zij kreeg per januari 2019 een uitkering op grond van de werkloosheidwet (ww) en een toeslag op grond van de toeslagenwet (tw). In februari 2019 is zij met behoud van haar ww-uitkering gaan werken, maar in augustus van dat jaar meldt zij zich ziek. Na de beëindiging van het dienstverband krijgt zij een uitkering op grond van de ziektewet, die in mindering is gebracht op de ww-uitkering. Na 13 weken heeft ze geen recht meer op de ww-uitkering en wordt haar een tweede recht op een ziektewetuitkering toegekend. Ook krijgt zij een aanvullende uitkering op grond van de toeslagenwet.
Volgens het UWV was het voor de vrouw duidelijk dat zij te veel toeslagen ontving en is de instantie verplicht dit te veel betaalde bedrag terug te vorderen. De vrouw had recht op een toeslag van 10,57 euro per dag (229,90 per maand), maar heeft in de periode van december 2019 tot oktober 2020 ruim 1.100 euro per maand gekregen.
Volgens de vrouw was het echter helemaal niet helder dat de betaalde toeslag niet klopte. Toen zij namelijk in januari en juni 2020 contact opnam met het UWV, werd er gezegd dat de toeslag juist was. Pas in december, toen de vrouw twijfelde en opnieuw contact zocht, is er aangegeven dat de toeslagen niet klopten. Zij vindt dat ze er hierdoor op heeft mogen vertrouwen dat ze het juiste bedrag heeft gekregen, en dat het UWV daarom moet afzien van terugvordering.
Het nieuwe herstelbeleid van het UWV van september 2021, waarin is bepaald dat in bepaalde gevallen kan worden afgezien van terugvordering van een dubbele uitkering, zou in haar situatie moeten gelden. Er is bovendien sprake van een dringende reden: de vrouw heeft net een schuldhulpverleningstraject afgerond en zou door de terugvordering weer in de schulden raken.
De vrouw ontkent niet dat zij wist dat zij maandelijks te veel toeslag ontving, zo stelt de rechtbank Overijssel vast. Ze heeft om die reden meerdere keren telefonisch contact opgenomen met het UWV. De fout ligt dan ook bij de uitvoeringsinstantie, die pas na een jaar tot herziening is overgegaan.
Het beroep van de vrouw op het herstelbeleid slaagt. Hierbij acht de rechtbank van belang dat het UWV in het herstelbeleid heeft erkend dat niet in alle gevallen adequaat gehoor is gegeven aan meldingen van (ex-)werknemers. Het niet zorgvuldig handelen na de melding is dan ook een van de redenen voor de rechtbank om te beslissen dat het UWV in deze zaak de toeslagen ten onrechte heeft teruggevorderd. Daarnaast acht de rechtbank het van belang dat de gevolgen van terugvordering voor de vrouw groot zullen zijn, omdat zij weer in de schulden dreigt te komen. Het besluit van het UWV wordt vernietigd: de terugvordering van de toeslagen komt te vervallen.
ECLI:NL:RBOVE:2022:1265
Arbeidsrecht en sociale zekerheid