Lees meer

Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden nieuwsbrief
Neem contact met ons op
Contact

Nadat beroep bij de rechtbank was ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar kwam tussen de inspecteur en de gemachtigde van de belanghebbende een compromis tot stand. In tegenstelling tot zijn eerdere toezegging trok de gemachtigde het beroep echter niet in. De gemachtigde had bij het sluiten van het compromis geen voorbehoud gemaakt waardoor de belanghebbende zou kunnen afzien van het compromis. De belanghebbende heeft niet kort na de totstandkoming van het compromis of na de ontvangst van de daarop gebaseerde verminderingsbeschikkingen aangevoerd dat en waarom hij niet zou zijn gebonden aan het compromis. De aan de gemachtigde verstrekte volmacht voor de procedure bevatte geen beperking op grond waarvan eerst overleg met de belanghebbende zou moeten plaatsvinden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft Hof Den Bosch de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

Bron: Hof Den Bosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE202070, 19/00221 en 19/00222 | 23-01-2020

Vraag vrijblijvend een offerte aan

    Neem contact met mij op
    Liever direct contact opnemen?